Nederlandse cultuur: 1
1 / 40
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
De Nederlandse vlag is:
A
rood, wit, oranje
B
rood, wit, blauw
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
In welk deel van de wereld ligt Nederland?
A
Europa
B
Zuid-Amerika
Slide 6 - Quizvraag
Welk land ligt ten zuiden van Nederland?
A
België
B
Duitsland
Slide 7 - Quizvraag
Welk land ligt ten oosten van Nederland?
A
België
B
Duitsland
Slide 8 - Quizvraag
Welk land is groter?
A
Nederland
B
Turkije
Slide 9 - Quizvraag
Welk land is kleiner?
A
Syrie
B
Nederland
Slide 10 - Quizvraag
Slide 11 - Tekstslide
Welke stad ligt in de Randstad?
A
Utrecht
B
Eindhoven
Slide 12 - Quizvraag
In Nederland, wonen daar veel mensen of weinig mensen?
A
veel mensen
B
weinig mensen
Slide 13 - Quizvraag
Slide 14 - Tekstslide
Wat gebeurt er met Nederland als er geen dijken zijn?
A
Nederland krijgt meer regen
B
Nederland staat onder water
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent Nederland?
A
laag land (low land, land below sea level)
B
waterland
Slide 16 - Quizvraag
Is het in Nederland vaak droog of nat?
A
droog
B
nat
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Den Haag
B
Amsterdam
Slide 18 - Quizvraag
Waar ligt de grootse zeehaven van Nederland?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet de nationale luchthaven van Nederland?
A
Schiphol
B
Europoort
Slide 20 - Quizvraag
Waar ligt Schiphol?
A
Rotterdam
B
Amsterdam
Slide 21 - Quizvraag
Slide 22 - Tekstslide
In welke stad zit de regering van Nederland?
A
Den Haag
B
Rotterdam
Slide 23 - Quizvraag
In Nederland, wie kiest daar de regering?
A
de Nederlanse mensen (het volk)
B
de koning
Slide 24 - Quizvraag
Slide 25 - Tekstslide
Wie zie je op het plaatje?
A
De koning van Spanje
B
Willem van Oranje
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Tekstslide
Wie is dit?
A
Maxima
B
Willem van Oranje
Slide 28 - Quizvraag
Waar woont de koning van Nederland?
A
Zuid-Holland (Den Haag)
B
Groningen
Slide 29 - Quizvraag
In Nederland, heeft de koning daar veel macht of weinig macht?
A
veel macht
B
weinig macht
Slide 30 - Quizvraag
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Slide 33 - Tekstslide
In Nederland, zijn daar veel fietsen of weinig fietsen?
A
veel
B
weinig
Slide 34 - Quizvraag
Wat is typisch Nederlands in het verkeer?
A
boten
B
fietsen
Slide 35 - Quizvraag
In Nederland, zijn de wegen daar druk of rustig?
A
druk
B
rustig
Slide 36 - Quizvraag
Moet je opnieuw je rijbewijs halen als je naar Nederland komt?
A
ja
B
nee
Slide 37 - Quizvraag
Leven Nederlanders veel binnen of buiten?
A
binnen
B
buiten
Slide 38 - Quizvraag
Welke dieren zie je vaak buiten de stad in Nederland?
A
paarden
B
schapen
C
koeien
D
honden
