Test voor van alles

Geef hieronder aan dat je in deze LessonUP-les zit
A
JA , ik ben er
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
MuziekMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 1 video.

Onderdelen in deze les

Geef hieronder aan dat je in deze LessonUP-les zit
A
JA , ik ben er

Slide 1 - Quizvraag

kan je feedback krijgen als je een verkeerd antwoord invult ?

gevraagd via chat
Nee
komt ook niet snel

A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 2 - Quizvraag


A

Slide 3 - Quizvraag

8

Slide 4 - Video

00:40
Sleep de akkoorden naar het juiste vak
C
Dm
Mineur - akkoord
Majeur - akkoord
F
Em

Slide 5 - Sleepvraag

00:40
Wat betekenen die
HOOFDLETTERS
boven de muzieknoten?
A
Dat zijn de afkortingen van de namen van de muzikanten die meespelen
B
Dat zijn de namen van de akkoorden die je daar moet spelen
C
Daaraan kan je zien wie er mee moet spelen
D
Dat zijn de noten die de zanger moet zingen

Slide 6 - Quizvraag

01:34
Hoe kom je er achter
HOE
je een akkoord moet spelen ?
A
Dat staat onder het akkoordschema
B
Dat zie je aan de volgorde van de letters
C
Je moet naar een opname luisteren hoe het gespeeld wordt
D
Alle akkoorden moeten bij alle liedje op dezelfde manier gespeeld worden, dus het is altijd hetzelfde

Slide 7 - Quizvraag

01:34
Kun je aan het akkoordschema zien
HOE
je een akkoord moet spelen ?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quizvraag

02:38
Hoeveel tellen moet je een akkoord spelen als er
1 AKKOORD
in een maat staat ?
A
1 tel
B
2 tellen
C
3 tellen
D
4 tellen

Slide 9 - Quizvraag

02:38
Hoeveel tellen moet je een akkoord spelen als er
2 AKKOORDEN
in een maat staan ?
A
1 tel
B
2 tellen
C
3 tellen
D
4 tellen

Slide 10 - Quizvraag

01:34
Kun je aan het akkoordschema zien
WANNEER
je een akkoord moet spelen ?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quizvraag

00:40
Hoe kun je in dit voorbeeld zien WANNEER je elk akkoord moet spelen?
A
Dat staat boven de letter van het akkoord geschreven
B
Het eerste akkoord moet altijd na 1 tel, het tweede akkoord altijd na 2 tellen , enzovoort
C
De letter van het akkoord staat precies boven het woord in de tekst waar het bij hoort
D
Dat kun je niet zien, dat mag je zelf weten

Slide 12 - Quizvraag

Sleep de akkoorden naar het juiste vak
C
Dm
Mineur - akkoord
Majeur - akkoord
F
Em

Slide 13 - Sleepvraag

kale slide

Slide 14 - Tekstslide