4basis

Montag den 13. Dezember
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Montag den 13. Dezember

Slide 1 - Tekstslide

Schrijftoets


aanhef
hoofdletters
werkwoorden
1e regel
inhoud
afsluiting
Leertoets


lektion 1, 3 und 5
datum
naar / bij
hoofdletters
rangtelwoorden
Gesprek


Vertellen wat je het weekend hebt gedaan
iets bestellen van een menukaart.

Slide 2 - Tekstslide

Nach dem Weg Fragen
In deze les leer je de weg vragen en kun je de weg uitleggen.

Je leert hoe je naar en bij moet vertalen.



Slide 3 - Tekstslide

Wie komme ich zum Goetheplatz?
Je gaat een filmpje bekijken, waarin een vrouw een man de weg vraagt. Het filmpje wordt onderbroken door meerkeuzevragen.
Wat heb je gehoord?
Kies de juiste optie.

Slide 4 - Tekstslide

6

Slide 5 - Video

00:12

A
Können Sie mir helfen?
B
Könnst Sie mir hefen?

Slide 6 - Quizvraag

00:20

A
in der Nah
B
in der Nähe

Slide 7 - Quizvraag

00:31

A
50 Meter geradeaus
B
50 Meters gradaus

Slide 8 - Quizvraag

00:44

A
sofort wieder nach rechts
B
sofort wieder nach links

Slide 9 - Quizvraag

00:55

A
an der Ampel zu links
B
an der Ampel nach links

Slide 10 - Quizvraag

01:09

A
zuerst
B
sofort

Slide 11 - Quizvraag

Sie gehen geradeaus.
Gehen Sie an die Kirche vorbei.
Nehmen Sie die zweite Straße links.
Gehen Sie die Hügel hinauf.

Slide 12 - Sleepvraag

Biegen Sie links ab.
Gehen Sie über den Platz.
Überqueren Sie an der Ampel.
Überqueren Sie die Brücke.

Slide 13 - Sleepvraag

Aussprache

1) Klicke auf die blauen Tasten um die Aussprache von dem Satz zu hören.
2) Spreche den Satz dann nach.






Gehen Sie geradeaus.
Gehen Sie bis zur Kreuzung.
Überqueren Sie an der Ampel.
Überqueren Sie die Brücke.
Gehen Sie an der Kirche vorbei.

Slide 14 - Tekstslide

Bilde einen Dialog. Welche Reihenfolge ist logisch?
Entschuldigung.
Kennen Sie sich hier aus?
Ja, ich lebe hier.
Wie komme ich zu Restaurant A Mano?
Gehen Sie zuerst an die Kirche vorbei.
Nehmen Sie dann die zweite Straße rechts.
Nach 50 Metern sehen das Restaurant an der linken Seite.
Danke.
Keine Ursache.

Slide 15 - Sleepvraag

nach

je gaat naar... een stad 
of land.
zu

je gaat naar... een persoon,
iemand toe,
een gebouw
bei

als je bij iemand bent  of blijft 
timer
3:00

Slide 16 - Tekstslide

Wanneer gebruik je het voorzetsel nach? (2 redenen)

Slide 17 - Open vraag

Als je met iemand bent of blijft dan gebruik je...
A
zu
B
bei
C
nach
D
mit

Slide 18 - Quizvraag

Als je naar iemand toe komt, dan gebruik je ...

Slide 19 - Open vraag

nach,  bei und zu
  1. Fährst du erst nach Berlin oder erst nach Dresden?
  2. Ich fahre mit dem Bus zu der  Schule.
  3. Wir gehen zu Vera. Sie feiert ihren Geburtstag.
  4. Hans geht zu seinen Großeltern.
  5. Im Sommer fahren wir nach Italien.
  6. Lars ist bei seinem Vater.



Slide 20 - Tekstslide

Hoe zat het ook al weer?
Ich fahre ___ Berlin.
A
nach
B
zu

Slide 21 - Quizvraag

Nächste Woche fliegen wir
___
London.
A
nach
B
zu

Slide 22 - Quizvraag

12:15 = Viertel ___ zwölf
A
nach
B
zu

Slide 23 - Quizvraag

Ich gehe jetzt ___ Hause.
A
zu
B
nach

Slide 24 - Quizvraag

NL>D: Ik wil naar huis.

Slide 25 - Open vraag

NL>D: We gaan naar Hans.

Slide 26 - Open vraag

NL>D: Ik ben thuis.

Slide 27 - Open vraag

NL>D: We gaan naar boven.

Slide 28 - Open vraag

Welk voorzetsel is het lastigste?
nach
zu
bei

Slide 29 - Poll

Eigene Wahl

1 E-Mail schreiben
2 Wörter lernen
3 nach, zu, bei üben 
4 haben/sein üben
5 zusammen lesen : Die Mistel
6 Ich habe eine Lernfrage....

Slide 30 - Tekstslide

Was wirst du machen/lernen und warum?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Link

Schrijftoets


aanhef
hoofdletters
werkwoorden
1e regel
inhoud
afsluiting
Leertoets


Wörter
datum
volt. deelwoord
naar bij
hoofdletters
rangtelwoorden
Gesprek


Vertellen wat je het weekend hebt gedaan,
iets bestellen van een menukaart.

Slide 33 - Tekstslide

Wat heb jij vandaag geleerd? Wat welke leervraag heb jij voor de volgende les?

Slide 34 - Open vraag

Was möchtest du nächste Woche lernen?

Slide 35 - Open vraag