Chapitre 5 - grammaire A

Aujourd'hui:
- Explication des pronoms interrogatifs. 

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui:
- Explication des pronoms interrogatifs. 

Slide 1 - Tekstslide

Les pronoms interrogatifs (1)
Wie
Onderwerp:
- Qui

vb: qui est ton frère?
Lijdend voorwerp:
- Qui -> gevolgd door                             inversie of est-ce que
Vb: Qui as-tu vu? 
        Qui est-ce que tu as vu?

Slide 2 - Tekstslide

Les pronoms interrogatifs (2)
Wat
Onderwerp:
- Qu'est-ce qui

vb: qu'est-ce qui t'intéresse? 
Lijdend voorwerp:
- Que/qu' -> gevolgd door                             inversie of est-ce que
Vb: Que vas-tu faire demain? 
        Qu'est-ce que tu vas faire            demain?

Slide 3 - Tekstslide

Les pronoms interrogatifs (3)

Als wat wordt gevolgd door een vorm van être en een zelfstandig naamwoord, gebruik je quel/quelle/quels/quelles

Vb. Quelle est ta matière préférée? 
 
        

Slide 4 - Tekstslide

BIj de volgende oefeningen moet je telkens kiezen uit het juiste vragend voornaamwoord.

  • Let goed op de volgorde van de zin.
  • Let goed op op je wie of wat nodig hebt.
  • Let goed op of het om een onderwerp of om een lijdend voorwerp gaat. 

Slide 5 - Tekstslide

... as-tu fait?
A
Qui
B
Que
C
Qu'
D
Qu'est-ce que

Slide 6 - Quizvraag

... tu as fait?
A
Qui
B
Qu'est-ce que
C
Qu'est-ce qui
D
Que

Slide 7 - Quizvraag

... a oublié ses livres?
A
Qui
B
Qui est-ce que
C
Qu'est-ce que
D
Qu'

Slide 8 - Quizvraag

... s'est passé?
A
Qui
B
Que
C
Qu'est-ce que
D
Qu'est-ce qui

Slide 9 - Quizvraag

... vas-tu faire dans le weekend?
A
Que
B
Qui
C
Qu'est-ce que
D
Quel

Slide 10 - Quizvraag

... est ta matière préférée?
A
Quelle
B
Qu'
C
Qui
D
Qu'est-ce qui

Slide 11 - Quizvraag

(Wat)... fait-elle pour préparer son exposé?

Slide 12 - Open vraag

(Wat)... est ta meilleure note?

Slide 13 - Open vraag

(Wat)... tu as fait pour avoir une si bonne note?

Slide 14 - Open vraag

(Wie)... tu as vu?

Slide 15 - Open vraag

Je hebt de lesdoelen van vandaag behaald:
- Je weet hoe je 'wie' en 'wat' vertaalt en kan de juiste vorm toepassen in een zin.
Oui
Non

Slide 16 - Poll

Les devoirs de cette semaine:

Faire ex. 9, 10, 20, 22, 24, 27, 28 à la maison
faire ex 25, 26 en classe
 

Slide 17 - Tekstslide