Oefentest spelling H2 engelse ww

Programma

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Programma

Slide 1 - Tekstslide

LEERDOEL:
Verbeteren van werkwoordspelling; vervoegen van Engelse werkwoorden

Slide 2 - Tekstslide

Engelse werkwoorden die in het Nederlands gebruikt worden.

Slide 3 - Woordweb

Welke regels pas je toe bij vervoeging Engelse werkwoorden?

Slide 4 - Woordweb

Vervoeging Engelse werkwoorden

Slide 5 - Tekstslide

Vervoegen Engelse werkwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
De computer crashed tijdens de les
B
De computer crasht tijdens de les
C
De computer crashet tijdens de les
D
De computer crash't tijdens de les

Slide 7 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

timer
0:15
A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.

Slide 8 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
timer
0:15
A
De leerling stresste tijdens de toetsweek
B
De leerling streste tijdens de toetsweek
C
De leerling stressde tijdens de toetsweek
D
De leerling stresde tijdens de toetsweek

Slide 9 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Gisteren racede ik naar huis
B
Gisteren racte ik naar huis
C
Gisteren racete ik naar huis
D
Gisteren racde ik naar huis

Slide 10 - Quizvraag

Mijn moeder stond een uur onder de....
A
does
B
douche
C
doeche
D
douch

Slide 11 - Quizvraag

Mijn kleine zusje draagt een ….
A
malot
B
majoo
C
majo
D
maillot

Slide 12 - Quizvraag

Voor Kerst vraag ik een ….
A
skatebord
B
sketeboard
C
skeetbord
D
skateboard

Slide 13 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 14 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 15 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm, vt: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 16 - Quizvraag

Engelse werkwoorden
Vervoeg op de juiste manier in de persoonsvorm verleden tijd: Hij (racen)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete

Slide 17 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:
A
Bob logt in en downloadt een document.
B
Bob logd in en download een document.
C
Bob logt in en download een document.
D
Bob logt in en downloat een document.

Slide 18 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

A
Hij heeft de hele dag gegamed.
B
Hij heeft de hele dag gegamet.
C
Hij heeft de hele dag gegamt.
D
Hij heeft de hele dag gegamd.

Slide 19 - Quizvraag

Welke stelling is waar?
A
Engelse werkwoorden vervoeg je anders dan Nederlandse.
B
Engelse werkwoorden gebruik je eigenlijk niet in het Nederlands.
C
De dubbele medeklinker aan het eind wordt altijd weg gehaald.
D
De stam van een Engels werkwoord maak je door -en van het werkwoord af te halen.

Slide 20 - Quizvraag

Vervoeging Engelse werkwoorden
Kies de juiste schrijfwijze:

A
Hij gamet de hele dag.
B
Hij gamed de hele dag.
C
Hij gamt de hele dag.
D
Hij game't de hele dag.

Slide 21 - Quizvraag

Ik .... (appen) mijn beste vriend gisteren.

Slide 22 - Open vraag

Mijn vader ........ (managen) vroeger altijd alles.

Slide 23 - Open vraag

Zijn vriend (relaxen) gisteren bij hem thuis.

Slide 24 - Open vraag

Hoeveel fout had je in de laatste 14 vragen?

Slide 25 - Open vraag

Had je 4 fouten of meer?
Dan maak je de opdrachten via de link op de volgende dia.
Ik wil je resultaten zien. Daarna ga je dit maken net als de rest van de klas:
H2 werkwoordspelling: vervoeging van Engelse werkwoorden.
Maak de opdrachten online via je leerroute (b of c). Zorg voor een minimale score van 70% gemiddeld. Wanneer je lager scoort, vraag je docent of je het opnieuw kunt maken. 

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Link