Lezen 1.2 Doel en hoofdgedachte, betrouwbaar of niet?

Nederlands 

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Nederlands 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

VANDAAG 
LessonUp theorie lezen/luisteren (klassikaal) 
Woordenschat & taalbeheersing (individueel) 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 

  • Je kunt bepalen welk doel de maker van de tekst heeft en wat hij het belangrijkst vindt, zodat je kunt inschatten hoe waardevol de informatie voor jou is.
  • Je kunt inschatten of een tekst betrouwbaar is.
  • Je hebt je woordenschat weer wat uitgebreid aan het eind van de les

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is geen tekstsoort?
A
Ingezonden brief
B
Recept
C
Instrueren
D
Stripverhaal

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een artikel op Wikipedia is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn aanwijzingen voor een betrouwbare tekst?
A
Voor- en tegenstanders komen allebei aan het woord.
B
De schrijver of programmamaker neemt zelf een duidelijk standpunt in.
C
Feiten worden objectief beschreven en de bronnen worden vermeld.

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies




Wat voor tekstsoort is dit?
A
Informatief
B
Instructief
C
Betogend
D
Verhalend

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een bijsluiter van medicatie is een betrouwbare tekst.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de hoofdgedachte van een tekst?
A
in 1 zin samengevat waar de tekst over gaat
B
1 woord of paar woorden waar de tekst over gaat
C
de gedachte van de schrijver over het onderwerp
D
titel van de tekst

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het schrijfdoel?
A
overtuigen
B
informeren
C
overhalen
D
instrueren

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN schrijfdoel?
A
amuseren
B
overtuigen
C
instrueren
D
verwijderen

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waaraan kan je meestal niet zien of een tekst betrouwbaar is?
A
Bronvermelding
B
foto's/afbeeldingen
C
auteur
D
datum

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het doel van de inleiding van een tekst?
A
alle belangrijke informatie geven
B
een conclusie van een tekst geven
C
korte begeleiding over hoe je een tekst moet lezen
D
korte informatie over het onderwerp en de tekst

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Informatie in teksten is niet altijd betrouwbaar.
Daarom moet je een tekst                      lezen.

Als je wilt controleren of een tekst betrouwbaar is, let je op de                    , de                     en het                     van de tekst.
bron
schrijver
kritisch
doel
titel
lettertype

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Woordenschat/ schrijfstijl
https://forms.office.com/e/zbB7MDySmF

Slide 20 - Tekstslide

https://forms.office.com/e/zbB7MDySmF

Bedankt voor jullie aandacht!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies