Grammatica woordsoorten blok 3

Grammatica blok 3
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nederlands

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Grammatica blok 3

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen:


Je kunt de volgende woordsoorten omschrijven en herkennen in een zin:
* Lidwoord
* Zelfstandig naamwoord
* Bijvoeglijk naamwoord
* Voorzetsel

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoorden en lidwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Welke woorden zijn zelfstandige naamwoorden?
A
Mark
B
rijden
C
prachtige
D
schoolgebouw

Slide 4 - Quizvraag

Aardrijkskundige namen zijn ook zelfstandige naamwoorden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

tafel, muur, vogel, computer, nest, lamp, aarde, meisje.

Dit zijn:
A
zelfstandige naamwoorden
B
lidwoorden
C
bijvoeglijke naamwoorden
D
werkwoorden

Slide 6 - Quizvraag

er zijn drie lidwoorden
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quizvraag

Lidwoorden zijn 'de, het, een'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Waar staat het bijvoeglijk naamwoord meestal?
A
achter het zelfstandig naamwoord
B
voor het zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Waar zegt het bijvoeglijk naamwoord iets over?
A
Zelfstandig naamwoord
B
Bijwoord
C
Werkwoord
D
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 11 - Quizvraag

Een
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 12 - Quizvraag

wereldwijde
A
bijvoeglijk naamwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
bezittelijk voornaamwoord
D
telwoord

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Wat is een voorzetsel?
A
de
B
naast
C
fietsen
D
fles

Slide 15 - Quizvraag

Tot vandaag heb je de kans om iets in te leveren.
'tot' is een:
A
werkwoord
B
voorzetsel
C
voorzetsel
D
lidwoord

Slide 16 - Quizvraag

Zelfstandig maken
Je kent nu de woordsoorten:
lidwoord, 
zelfstandig naamwoord, 
bijvoeglijk naamwoord en
voorzetsel. 
Maak nu opdracht 17 blz. 122, opdracht 18 blz. 123 
en opdracht 19 blz. 123

Slide 17 - Tekstslide