Nieren en labwaarden.

  Nieren & labwaarden        
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

  Nieren & labwaarden        

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Werking van de nieren.

Het bloed komt de nier binnen via de nierslagader, waarna het via het niermerg terechtkomt in de nierschors met nefronen. Daar vindt het zuiveringsproces plaats. Het gefilterde bloed stroomt via de nierader naar het hart. De urine gaat via de nierkelkjes en het nierbekken door de urineleider naar de blaas.

Glomerulus: Hier wordt het bloed gefilterd

Kapsel van Bowman: Door de bloeddruk wordt de bloed vanuit de nierslagader het kapsel van Bowman ingeperst. Het bloed wordt dan als het ware gefilterd.
Wat doen de nieren o.a?
A
Afvalstoffen uit het bloed halen
B
Zuurstof aan het bloed toevoegen
C
Voedingstoffen aan het bloed toevoegen
D
Zuiveren de Urine

Slide 3 - Quizvraag

Zie volgende dia voor de andere antwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Ze reinigen het bloed door er afvalstoffen, zout, fosfaat, kalium, vocht, waterstof, ammonium en eventuele medicijnresten uit te filteren.

Nieren zijn verantwoordelijk voor de zuurgraad in het bloed, wat belangrijk is voor het functioneren van de lichaamscellen.
Ze helpen de botopbouw en houden de balans tussen calcium (kalk) en fosfaat in stand door het activeren van vitamine D.
Nieren produceren een aantal hormonen, waaronder EPO (erytropoëtine).


EPO houdt het aantal rode bloedlichaampjes op peil, waardoor er voldoende zuurstof naar de lichaamscellen getransporteerd kan worden. Bij onvoldoende EPO zijn er minder rode bloedlichaampjes aanwezig, wat zich uit in een lagere Hb-waarde (hemoglobinewaarde).

Samen met het zenuwstelsel, de bijnieren, het hart en de bloedvaten regelen de nieren de bloeddruk. Ze bewaken de balans tussen zout (kalium) en water. Veel zout trekt veel vocht aan, wat leidt tot een hoge bloeddruk, en weinig zout en vocht leiden tot een lage bloeddruk.
Zoek op wat een normale GFR nierfunctie is?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer spreken we van een ernstig verminderde nierfunctie?
A
30-50ml/min
B
10ml-20ml/min
C
10-30 ml/min
D
<10ml/min

Slide 6 - Quizvraag

Nierfunctie in vijf stadia:
1. Normale nierfunctie meer dan 80 ml/min/1,73 m2
2. Verminderde nierfunctie 50-80 ml/min/1,73 m2
3. Matige nierfunctiestoornis 30-50 ml/min/1,73 m2
4. Ernstig verminderde nierfunctie 10-30 ml/min/1,73 m2
5. Dialyse nodig minder dan 10 ml/min/1,73 m2

Een patiënt houdt te veel vocht vast en krijgt furosemide voorgeschreven. In verband met een nierfunctiestoornis mag dit niet gegeven worden.
Hoe noem je dit?
A
contra-indicatie
B
bijwerking
C
indicatie
D
werking

Slide 7 - Quizvraag

Nieren verwijderen bepaalde medicijnen uit het bloed. Als de nieren niet goed werken, blijft er dus te veel medicijn achter in het bloed. Hierdoor kunt u meer last krijgen van bijwerkingen. 

Waarom mag furosemide niet worden gegeven aan iemand met een verminderde nierfunctie? 
ANTWOORD:
 

 
Hoe komt het dat de werking van de nieren verminderd?

  • Een hoge leeftijd. 
  • Bij het ouder worden gaan de nieren steeds minder goed werken.
  • Diabetes kan ervoor zorgen dat uw nieren achteruit gaan.
  • Een hoge bloeddruk is schadelijk voor uw nieren.
  • Bepaalde medicijnen kunnen ervoor zorgen dat uw nieren minder goed werken. 

Slide 8 - Tekstslide

Welke medicijnen zorgen voor verminderde werking van de nieren?
Antwoord:
Nierfalen
Acuut nierfalen                                                                         Chronisch nierfalen
Lage bloeddruk                                                                         Hypertensie
Acute infectie nieren                                                              Diabetes Mellitus
Door medicatie                                                                          Aangeboren nierafwijking
Geen afvoer van urine                                                            Onbehandelde acute nierinsufficiëntie     

Slide 9 - Tekstslide

Nierfalen door diabetes:
Hoge bloedglucosewaarden zijn schadelijk voor je nieren omdat ze de bloedvaten in de nieren en de nierfilters aantasten.

Nierschade door diabetes heet ook wel nefropathie. Het is een ernstige complicatie en ontstaat bij ongeveer 30% van de mensen met diabetes. Bij type 1 begint het vaak na vijftien tot twintig jaar, bij type 2 eerder. 

Dit komt doordat type 2 vaak later wordt ontdekt. De nierschade is dan al ontstaan voordat je weet dat je diabetes type 2 hebt.
Verminderde werking
 
Nieren beschadigd> te veel afvalstoffen in je bloed. . 
Nieren werken minder> hoge bloeddruk > nieren  beschadigen verder en de bloeddruk stijgt verder.
Geen aanmaak van hormonen die de bloeddruk regelen en geen rode bloedcellen > Bij ernstige nier schade> ook bloedarmoede.
Bij ernstige nier schade> wordt er meer vocht vastgehouden> hierdoor te veel zouten in het bloed!! 
Minder vitamine D>  minder kalk > botten zwakker> (botontkalking).

Slide 10 - Tekstslide

Als je nieren beschadigd zijn, blijven er te veel afvalstoffen in je bloed. En tegelijkertijd plas je veel goede stoffen uit.
Nieren die minder goed werken, kunnen ook weer een hoge bloeddruk veroorzaken. Waardoor de nieren weer verder beschadigen en de bloeddruk verder stijgt.
Daarnaast maken de nieren minder of geen hormonen meer aan die je bloeddruk regelen en rode bloedcellen maken. Bij ernstige nierschade kun je bijvoorbeeld bloedarmoede krijgen.
Bij ernstige nierschade gaat je lichaam meer vocht vasthouden, bijvoorbeeld in de benen. Er kunnen ook te veel zouten in het bloed blijven zitten.
Vitamine D moet in uw nieren actief gemaakt worden. Bij nierschade lukt dit minder goed. Er is minder actief vitamine D en daardoor minder kalk. Uw botten worden dan zwakker (botontkalking).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de waarde gemeten van een nierfunctie
A
MDRD
B
eGFR
C
Cockroft -Gault
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Zoek op wat het advies is bij een verminderde nierfunctie < 30mml
bij het gebruik van Furabid

Slide 13 - Woordweb

Klachten
Wanneer de vergroting klachten veroorzaakt, begint dit meestal met een verminderde straalkracht bij het plassen. De straal wordt slap en onderbroken. Het duurt langer tot de blaas leeg is. Doordat de vergrote prostaat ook de blaas begint te irriteren, heeft men vaker aandrang tot urineren, iets wat vooral in het begin 's nachts opvalt. Bij het urineren wil de plas niet direct komen of men verliest soms ongemerkt kleine porties urine (incontinentie). Soms voelt men vlak na het urineren weer aandrang.
Wanneer de prostaat nog groter wordt, zal de blaas na het plassen niet meer helemaal leeg raken. Er blijft bij een toenemende grootte van de prostaat steeds meer urine in de blaas achter. Ook dit gaat meestal zo langzaam dat het niet wordt opgemerkt.
Tenslotte kan het urineren helemaal onmogelijk worden of kan men slechts druppelsgewijs plassen. Zonder behandeling kunnen hierdoor blaasinfecties en nierfunctiestoornissen ontstaan.
Een mevrouw in de apotheek heeft een creatineklaring van 25ml/min. Mag ze chronisch acetylsalicylzuur gaan gebruiken? Waarom wel of waarom niet?

Slide 14 - Woordweb

Klachten
Wanneer de vergroting klachten veroorzaakt, begint dit meestal met een verminderde straalkracht bij het plassen. De straal wordt slap en onderbroken. Het duurt langer tot de blaas leeg is. Doordat de vergrote prostaat ook de blaas begint te irriteren, heeft men vaker aandrang tot urineren, iets wat vooral in het begin 's nachts opvalt. Bij het urineren wil de plas niet direct komen of men verliest soms ongemerkt kleine porties urine (incontinentie). Soms voelt men vlak na het urineren weer aandrang.
Wanneer de prostaat nog groter wordt, zal de blaas na het plassen niet meer helemaal leeg raken. Er blijft bij een toenemende grootte van de prostaat steeds meer urine in de blaas achter. Ook dit gaat meestal zo langzaam dat het niet wordt opgemerkt.
Tenslotte kan het urineren helemaal onmogelijk worden of kan men slechts druppelsgewijs plassen. Zonder behandeling kunnen hierdoor blaasinfecties en nierfunctiestoornissen ontstaan.
Labwaarde: INR
* Geeft aan hoe snel het bloed stolt
* Van nature is de INR-waarde 1 
Hoe hoger de INR, hoe langer het duurt voor uw bloed stolt (bloeding)
Hoe lager de INR, hoe sneller uw bloed stolt (bloedstolsels) ontstaan. 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medische Farmaceutische beslisregels 
"slimme"medicatiebewaking

https://youtu.be/p76yO25JXJM

Slide 16 - Tekstslide

Medisch Farmaceutische Beslisregels (MFB’s) zijn een belangrijk instrument om optimale zorg voor de individuele patiënt te leveren. Dit is nodig omdat er steeds meer ouderen met meerdere aandoeningen zijn die veel geneesmiddelen gebruiken. MFB’s combineren meerdere patiëntkenmerken, zoals: leeftijd, geslacht, aandoeningen en contra-indicaties.
AIS (pharmacom) 

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MFB:
  • Slimme medicatiebewaking
  • Gebruik van gegevens uit het patiëntendossier, o.a.
  • Leeftijd
  • Geslacht
  • Labwaarden (nierfunctie, kalium, geneesmiddelspiegels)
  • Aandoeningen
  • Comedicatie
  • Ontbrekende medicatie

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorbeelden
  • Interacties
  • Inname-interval
  • Verminderde nierfunctie
  • Maagbescherming

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MFB’s, zoals:
  •  laxantia bij opioïdgebruik, 
  • foliumzuur bij methotrexaatgebruik osteoporoseprofylaxe
  • maagbescherming bij NSAID-gebruik.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een MFB?

Slide 21 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

opdracht:
Geef een voorbeeld een geneesmiddelen en leg het doel van de MFB uit 

Opioid zonder laxans

Nsaid zonder maagbescherming


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies