Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Spelling - groep 6 - 16 februari 2021
Het doel vandaag:
Herhaling: Schrijven van het routewoord
Het schrijven van een dictee zonder categoriekaart.
1 / 22
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spelling
Basisschool
Groep 6
In deze les zitten
22 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Het doel vandaag:
Herhaling: Schrijven van het routewoord
Het schrijven van een dictee zonder categoriekaart.
Slide 1 - Tekstslide
Testpagina!
Heb je je oortjes in?
Dan kun je even testen of het geluid hard genoeg staat voor het dictee!
Heb je ook pen en papier? Misschien vind je het fijn om een dicteewoord te schrijven voor je het typt!
Testfragment
Slide 2 - Tekstslide
Welke categorieën gebruik je om het volgende woord te schrijven:
zangdocent
A
*, 2, 10, 18
B
* , 2, 10, 15, 8
C
*, 10, 15, 8
D
*, 2, 15
Slide 3 - Quizvraag
Welke categorieën gebruik je om het volgende woord te schrijven:
chocola
A
21, 10, 18, 10, 10
B
21, 10, 10, 10
C
21, 10, 18, 10
D
21, 18, 10, 10
Slide 4 - Quizvraag
Welke categorieën gebruik je om het volgende woord te schrijven:
bureau
A
8, 10, 24
B
10, 24, 34
C
10, 24
Slide 5 - Quizvraag
In welke tijd staat de volgende zin?
De vrouw bad voor het eten.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 6 - Quizvraag
In welke tijd staat de volgende zin?
Mijn vader geeft een cadeau.
A
tegenwoordige tijd
B
verleden tijd
C
voltooide tijd
Slide 7 - Quizvraag
In welke tijd staat de volgende zin?
De winkel is gesloten.
A
Tegenwoordige tijd
B
Verleden tijd
C
Voltooide tijd
Slide 8 - Quizvraag
Welk categoriewoord (routewoord) hoort bij de volgende woorden?
de badkamer - wassen - wij wassen
Slide 9 - Open vraag
Welk categoriewoord (routewoord) hoort bij de volgende woorden?
de weg - wij volgen - de plaats van bestemming
Slide 10 - Open vraag
Welk categoriewoord (routewoord) hoort bij de volgende woorden?
het nieuws - de nieuwslezer - de televisie
Slide 11 - Open vraag
Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 1
Slide 12 - Open vraag
Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 2
Slide 13 - Open vraag
Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 3
Slide 14 - Open vraag
Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 4
Slide 15 - Open vraag
Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 5
Slide 16 - Open vraag
Schrijf het woord dat je hoort:
Woord 6
Slide 17 - Open vraag
Schrijf de zin op die je hoort:
(je kunt de zin herhalen!)
Zin 1
Slide 18 - Open vraag
Welke woordsoort hoort bij het woord 'heeft' in de volgende zin?
Vera Smit heeft het geheim in het ijzeren laatje gestopt.
A
voltooid deelwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
hulpwerkwoord
D
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 19 - Quizvraag
Welke woordsoort hoort bij het woord 'gestopt' in de volgende zin?
Vera Smit heeft het geheim in het ijzeren laatje gestopt.
A
voltooid deelwoord
B
hulpwerkwoord
C
zelfstandig naamwoord
D
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
Slide 20 - Quizvraag
Je hebt nu geoefend met:
verschillende categoriewoorden, woordsoorten en je woordenschat. Hoe ging dat?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 21 - Poll
Je kunt nu les Blok 6, week 2, Les 4 gaan maken!
Je maakt opdracht 1, 2 en 3.
Bij opdracht 3 zie je de volgende plaatjes:
coureur, route, couplet, kabouter, puddinkje, zebraatje.
Succes!
Slide 22 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Spelling - Groep 6 - routewoord
Februari 2021
- Les met
21 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
Herhalingsles Nederlands 4
Januari 2021
- Les met
34 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Spelling: thema 3
1 dag geleden
- Les met
27 slides
Spelling
Lager onderwijs
tussenstop 2
Januari 2022
- Les met
48 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Staal blok 3 week 2 les 1
Januari 2024
- Les met
16 slides
Spelling
Basisschool
Groep 7
B&F, spelling, blok 6 week 2 les 2
Januari 2021
- Les met
33 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
B&F, spelling, blok 6 week 2 les 1
Januari 2021
- Les met
31 slides
Spelling
Basisschool
Groep 6
Oefeningen woordsoorten + zinsleer
Oktober 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Secundair onderwijs