5.3 Nederland Migratieland (Deel 2)

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
5.3: Nederland Migratieland (Deel 2)
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
5.3: Nederland Migratieland (Deel 2)

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
In deze paragraaf leer je: 
- Waardoor veel Zuid-Nederlanders naar de Republiek verhuisden.

- Welke invloed migranten hadden op de Nederlandse economie.

- Welke vrijheid er was in de Republiek en welke migranten daardoor kwamen.

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk van godsdienstvrijheid?

Slide 3 - Woordweb

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
  • In de Republiek was vanaf eind 16e eeuw een bloeiende economie:
  • Het ging goed met de; landbouw, handel en nijverheid 
  • Er werd dus ontzettend veel geld verdiend in de Republiek




Slide 4 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
De Zuid-Nederlandse migranten kwamen vooral terecht in het gewest Holland;
  • Een migrant is iemand die naar een ander land verhuist 
  • De migratie zorgde voor veel extra geld, kennis én werkgelegenheid 
  • De Republiek groeit uit tot een van de rijkste landen van de wereld!


Slide 5 - Tekstslide

Wat zijn migranten?
A
Mensen die vanuit het buitenland naar Nederland komen om te werken en te wonen
B
Mensen uit Nederland die naar het buitenland gaan om te werken en te wonen.

Slide 6 - Quizvraag

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
Er kwam vooral veel werk in:
  • De landbouw
  • Scheepsbouw en op
  • Handelsschepen

De Republiek kent een bloeiende economie; (bijna) iedereen heeft werk en er zijn ontzettend veel producten te krijgen


Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
Hierdoor emigreerden er een hoop mensen vanuit Scandinavie en Duitsland naar de Republiek 

  • Ze werden in de Republiek beter betaald dan in hun eigen land.
  • Zij verhuisden van hun eigen land naar de republiek; zij zijn dus emigranten


Slide 8 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
Hierdoor emigreerden er een hoop mensen vanuit Scandinavie en Duitsland naar de Republiek 

  • Ze werden in de Republiek beter betaald dan in hun eigen land.
  • Zij verhuisden van hun eigen land naar de republiek; zij zijn dus emigranten


Slide 9 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
Iemand die vanuit Duitsland naar de Republiek kwam noemen we in Nederland een immigrant én in Duitsland noemen ze deze persoon een emigrant

Slide 10 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
In de Republiek was er meer vrijheid dan in andere landen
  • Er werden boeken gedrukt die in andere landen verboden waren
  • Veel protestanten (staatsgodsdienst) maar er was ook gewetensvrijheid =
  • Recht om te geloven wat je wil;
    Protestanten en Katholieken leven naast elkaar in de Republiek


Slide 11 - Tekstslide

Godsdienstvrijheid.
Willem van Oranje: vond het ook belangrijk dat iedereen hun eigen geloof mocht geloven.



Slide 12 - Tekstslide

hoe vrij?
Binnenshuis mocht je geloven wat je wilde, maar niet in het openbaar.

Slide 13 - Tekstslide

Hoofdstuk 5: Ontdekkers en Hervormers
Deze paragraaf komt terug in het proefwerk; een aantal vragen zijn belangrijk?:

  • Wie trokken er uit andere landen naar de Republiek? Waarom deden ze dat? Én wat is het gevolg hiervan voor de Republiek?


Slide 14 - Tekstslide

Begrippen uit deze les
  • Migranten
  • Immigranten
  • Emigranten
  • Emigreren
  • Werkgelegenheid
  • Gewetensvrijheid

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk
5.3 Nederland migratieland
Vraag 3 en 5

Slide 16 - Tekstslide