Huub Geschiedenis H4 toetsweek quiz
1 / 23
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je over de wereld na 1945?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
Tot wat riep Ghandi op?
A
Non-coöperatie
B
Soevereiniteitsoverdracht
C
Een supermacht
D
Vrijheid
Slide 4 - Quizvraag
Wat waren de 2 gevolgen van dat India onafhankelijk werd in 1947?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Tekstslide
Waardoor groeide de tegenstelling?
Slide 7 - Open vraag
Noem minimaal 2 kenmerken van het Westblok en minimaal 2 van het Oostblok
Slide 8 - Open vraag
Hoe eindigde de Koude Oorlog?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoe onstond er een jongerencultuur in de V.S.?
Slide 11 - Open vraag
Hoeveel Amerikanen hadden een TV?
A
1/4
B
1/3
C
2/3
D
2/4
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
In welke volgordes zijn deze organisaties opgericht?
A. EEG
B. EGKS
C. EU
A. EEG
B. EGKS
C. EU
A
ABC
B
CBA
C
BAC
D
BCA
Slide 14 - Quizvraag
In 1993 werd de EU opgericht. Wat is waar?
A
De Europese landen wilden meer samenwerken, dus ze begonnen in 1993 een nieuwe samenwerking.
B
Al ne de Tweede Wereldoorlog begonnen landen samen te werken. De EU is in 1993 ontstaan uit samenwerkingsorganisaties die al veel langer bestonden.
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Hoe en waardoor werd het verschil tussen rijke en arme landen groter?
Slide 17 - Open vraag
Hoe ging het met de economie in China en India?
Slide 18 - Open vraag
Hoe ging het met de economie in Zuid-Korea?
Slide 19 - Open vraag
Slide 20 - Tekstslide
Van welk begrip is dit de betekenis: scheiding van bevolkingsgroepen?
A
Legitimiteit
B
Segregatie
C
Diversiteit
D
Integratie
Slide 21 - Quizvraag
Wat betekent corruptie?
A
Als bestuurders veel overheidsgeld aan zich laten betalen
B
Omkoping
C
Staatsgreep door militairen
Slide 22 - Quizvraag
Wat betekent commune?
A
Bekendmaking, het uitroepen
B
Zeer machtige staat
C
Leefgemeenschap
