project afronden + UL4.3 + werkvorm 2mavo

nakijken 4.1 en 4.2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

nakijken 4.1 en 4.2

Slide 1 - Tekstslide

planning:
1 = uitleg 4.3
2 = huiswerk opgeven voor volgende les 
3 = start met maken van opdrachten 4.3
4 = project groepjes wanneer afronden
5 = oude PW bespreken & inzien

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 4.3 =
1 - Ik kan de delen van het voortplantingsstelsel van een man noemen met hun functies en kenmerken.
2 - Ik kan de kenmerken van zaadcellen en eicellen noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Basisstof 3 De man

Slide 4 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van een man is voor een groot deel aan de buitenkant zichtbaar. Alleen de prostaat en de zaadblaasjes liggen onder IN de buik.


Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Zaadcellen en eicellen
Zaadcel:
  • bewegen met zweepstaart
  • geen voedingsstoffen
Eicel:
  • kan niet zelf bewegen
  • heeft voedingsstoffen 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Welk geslachtsorgaan past bij welke functie? 
Sleep de functie naar het juiste geslachtsorgaan.
urinebuis
zwellichaam
prostaat
balzak
zaadleider
zaadblaasje
bijballen 
teelballen
Vervoeren van zaadcellen.
Vocht toevoegen aan zaadcellen, waardoor deze beter gaan bewegen.
Huidplooi waarin teelballen en bijballen liggen. 
Tijdelijk opslaan van zaadcellen.
Vocht met voedingsstoffen toevoegen aan zaadcellen.
De penis in erectie brengen.
Produceren zaadcellen en het hormoon testosteron
Vervoeren van urine en sperma.

Slide 9 - Sleepvraag

Vocht wordt aan zaadcellen toegevoegd door:
A
prostaat
B
urineblaas
C
zaadblaasje
D
prostaat en zaadblaasje

Slide 10 - Quizvraag

De zaadleiders vervoeren zaadcellen naar
A
de zaadballen
B
de urinebuis
C
de urineleiders
D
de urineblaas

Slide 11 - Quizvraag

Hiernaast staat een tekening van het mannelijk geslachtsorgaan.

Welke nummers geven de prostaat en de zaadballen aan?

A
prostaat = 5 zaadbal =3
B
prostaat = 2 zaadbal =3
C
prostaat = 3 zaadbal =5
D
prostaat = 3 zaadbal =6

Slide 12 - Quizvraag

Anja zegt dat de temperatuur in de buikholte iets lager is dan in de zaadballen.
Hans zegt dat de voorhuid de huidplooi is waarin zaadballen en bijballen liggen.
Wie heeft/hebben gelijk?

A
Alleen Anja het gelijk
B
Alleen Hans heeft gelijk
C
Anja en Hans hebben allebei gelijk
D
Anja en Hans hebben allebei geen gelijk

Slide 13 - Quizvraag

Bij de mens is de eicel groter dan de zaadcel. Dit hangt samen met het feit dat de eicel

A
een dubbele kern bevat
B
meer erfelijke informatie bevat dan de zaadcel
C
meer reservestoffen bevat dan de zaadcel
D
extra ruimte nodig heeft om de zaadcel te kunnen opnemen

Slide 14 - Quizvraag

Drie functies van het voortplantingsstelsel van de man zijn:

1. productie van zaadcellen
2. opslag van zaadcellen
3. productie van het mannelijk geslachtshormoon

Welke van deze functies wordt of worden uitgeoefend door de bijballen?

A
Alleen functie 1
B
Alleen functie 2
C
De functies 2 en 3
D
De functies 1, 2 en 3

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

huiswerk voor volgende les = 
in je boek maken van 4.3 
opdracht 1 t/m 4 + 6 t/m 8
Begin er nu al aan!

Slide 17 - Tekstslide

afronden project Curio
  • Groepje van Lotus tool maken en presenteren; wanneer?
  • Yannick en Julian presenteren (met verbeteringen?) wanneer?

Voor hele klas: 
Dit jaar recht op herkansing van komende hoofdstukken 4 en 5 
(niet die van de proefwerkweek) als je minimaal:
  • je 1ste poging minimaal een 4.5 is 
  • je 1ste gemaakte PW komt inzien en goed met mij bespreekt.

Slide 18 - Tekstslide

Het voortplantingsstelsel van een man
  • Teelbal: productie zaadcellen
  • Bijbal: opslag zaadcellen
  • Balzak: temperatuur lager
  • Zaadcel: kop en zweepstaart

  • Zaadblaasjes+prostaat: vocht toevoegen
  • Sperma = zaadcellen+ vocht uit  zaadblaasjes en de prostaat + voedingsstoffen uit de zaadblaasjes

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide