H6 woordenschat en formuleren, gymnasium 2

H6 woordenschat (blz.174)
  





Log in en doe mee!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

H6 woordenschat (blz.174)
  





Log in en doe mee!

Slide 1 - Tekstslide

    Bekijk de volgende zin:
       's Avonds maakt zij na het eten meestal haar huiswerk.
  • Wat moet er volgens jou op de plaats van de apostrof staan?
  • 's Avonds > des avonds (= in de avond)
  • Die 's is een oude naamval.
  • Andere voorbeelden zijn: ten strengste verboden (= echt niet toegestaan) en ter controle (= om te controleren, onderzoeken).

Slide 2 - Tekstslide

Hij durfde haar niet... te vragen.
A
te dans
B
ten dans
C
der dans
D
des dans

Slide 4 - Quizvraag

Hem zal geweldpleging...
worden gelegd.
A
ter last
B
ter laste
C
ten lasten
D
ten laste

Slide 5 - Quizvraag

Aantasting door de tand...
A
des tijds
B
der tijde
C
des tijd
D
ter tijde

Slide 6 - Quizvraag

Dit boek verveelt op...
A
den duur
B
de duur
C
ten dure
D
den dure

Slide 7 - Quizvraag

Na het ongeluk bleef hij slecht...
A
ter been
B
ten been
C
te been
D
der been

Slide 8 - Quizvraag

Parkeren is hier...
verboden.
A
ter strengste
B
ten strengsten
C
ter strengsten
D
ten strengste

Slide 9 - Quizvraag

In de loop...
A
ten tijd
B
ter tijd
C
der tijd
D
der tijde

Slide 10 - Quizvraag

H6 Formuleren
verbanden tussen zinnen
Pak pen en papier en doe mee!

Slide 11 - Tekstslide

Welke woorden moet je op de puntjes invullen?
Kies uit: want, zij, echter, verder, ten eerste,
deze, natuurlijk, zodat, waarin, daarnaast.
timer
10:00

Slide 12 - Tekstslide

En... had je ze allemaal op de juiste plek staan?

(1) zodat         (6) ten eerste
(2) deze          (7) daarnaast
(3) echter       (8) verder
(4) want         (9) natuurlijk
(5) waarin      (10) zij

Slide 13 - Tekstslide

Wat je bij deze oefening gedaan hebt, is:

- verwijswoorden (deze, waarin, zij)

en

- signaalwoorden (zodat, echter, want, ten eerste,
daarnaast, verder, natuurlijk)

gebruikt om verbanden tussen zinnen duidelijk te maken


Slide 14 - Tekstslide



De theorie over verwijswoorden en signaalwoorden kun je lezen op blz.182 van je lesboek.

Daar staat ook een schema, waarin de belangrijkste tekstverbanden en signaalwoorden zijn opgenomen.

DOE NU MEE MET DE QUIZ!


Slide 15 - Tekstslide

In het zuiden van het land sneeuwt het, ... hier valt er regen.
A
daarom
B
tenzij
C
dus
D
maar

Slide 16 - Quizvraag

Welk verband geeft het signaalwoord 'daarna' aan?
A
tegenstellend
B
chronologisch
C
oorzakelijk
D
opsommend

Slide 17 - Quizvraag

De cactus houdt van zon, zet ... daarom op een lichte plaats.
A
dat
B
dit
C
deze
D
hun

Slide 18 - Quizvraag

Jij hebt een rekenmachine ... ik graag mijn wiskunde zou willen maken.
A
waarmee
B
waarin
C
met die
D
met dat

Slide 19 - Quizvraag

Verbind de volgende zinnen met een verwijswoord of signaalwoord.
Het lezen van Engelse boeken is populair. Jongeren vinden Engels vaak leuker dan Nederlands

Slide 20 - Open vraag

Verbind de volgende zinnen met een verwijswoord of signaalwoord.
Rowan heeft al veel geoefend voor het proefwerk Nederlands. Rowan is een ambitieuze leerling.

Slide 21 - Open vraag



Maak nu uit je lesboek (of online H6 woordenschat en formuleren)

- opdracht 1 en 2 (blz.174-175)
- opdracht 1 t/m 4 (blz.182-183)

Succes!


Slide 22 - Tekstslide

Opdracht 1
1 uit den boze verboden: wat beslist niet gedaan mag worden
2 desgewenst: als u dat wilt
3 onverrichter zake: zonder datgene gedaan te hebben wat men wilde
4 behoudens: behalve
5 ter ontnuchtering: om nuchter te worden
6 ten huize van:  bij … thuis; in het huis van
7 de dag des Heren:  zondag
8 ter verhoging van:  om … te verhogen
9 ’s lands wijs, ’s lands eer :je kunt je verbazen over bepaalde gewoonten in een (vreemd) land, maar toon respect voor die gewoonten
10 in koelen bloede:  in het volle besef van het kwaad dat men doet

Slide 23 - Tekstslide

Opdracht 2
1 de haren rijzen je te berge: je bent echt geschokt en stomverbaasd
2 de tand des tijds: met het ouder worden slijten dingen en mensen
3 ter nagedachtenis van:  om terug te denken aan
4 ’s-Gravenhage:  Den Haag
5 ten laste leggen:  (officieel) beschuldigen van
6 op den duur:  na verloop van (lange) tijd
7 ten strengste verboden:  beslist niet toegestaan
8 Te land, ter zee en in de lucht: overal
9 in de loop der tijd:  in de loop van de tijd
10 ’s anderendaags: de volgende dag
11 des duivels:  zeer boos   /   12 de tocht der tochten de Elfstedentocht

Slide 24 - Tekstslide