4.3 Afronden deel 1

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde



Blok 3
Donderdag 23 januari 2025
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundePraktijkonderwijsLeerjaar 2

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

GOEDEMORGEN

- Jas aan de kapstok
- Telefoon in de bak
- Kauwgom in de prullenbak

Ga lekker zitten
Wiskunde



Blok 3
Donderdag 23 januari 2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in
- Wie is er wel en wie niet
- Hoe gaat het met je?
- Verwachtingen 
- Wat gaan we doen?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verwachtingen
Je hebt een pen of potlood bij je, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:
- Luister je stil naar de instructie
- Werken we netjes en serieus
- Hebben we respect voor elkaar
- Mag je vragen stellen en fouten maken

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we doen?
- Terugblik
- Instructie
- Aan de slag
- Afsluiten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 
Schrijf de volgende getallen in cijfers op;

1,2 miljoen
3,54 miljoen

5,8 miljard
8,67 miljard

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Terugblik 
Schrijf de volgende getallen in cijfers + woord op;

1.300.000
1.230.000

4.800.000.000
4.890.000.000

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorkennis
Schrijf een getal op met 1 decimaal.

Schrijf een getal op met 2 decimalen.

Schrijf een getal op met 3 decimalen.
timer
1:30

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen van deze les
Ik kan
- decimale getallen afronden
- afronden op ronde getallen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
Decimaal = getal achter de komma

2,34      wordt 2,3
2,35      wordt 2,4

3,4561   wordt 3,456
3,4566  wordt 3,457

Slide 9 - Tekstslide

Instructie (herhaling) wat is een decimaal.

Instructie afronden.
Decimaal een 5 of hoger. Getal ervoor wordt 1 hoger. Afronden naar boven.
Decimaal lager dan 5. Getal ervoor blijft gelijk. Afronden naar beneden.
Oefenen
Rond af op 1 decimaal.
Schrijf de afgeronde getallen op je wisbordje.

4,35
10,42
8,78
12,49

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
4,3           wordt 4
4,5           wordt 5

4,39         wordt 4
4,59         wordt 5

15,621        wordt 16
15,398       wordt 15

Slide 11 - Tekstslide

Instructie.
Bij afronden naar een heel getal kijk je naar het eerste decimaal.
Dezelfde regels gelden als bij het afronden op decimalen.
Oefenen
Schrijf op je wisbordje naar welk hele getal je afrond.

6,7
2,4

16,74
16,39

20,784
20,398

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Instructie
4,56923                       wordt 4,57
4,56123                        wordt 4,56

25,12523                       wordt 25,13
25,12189                        wordt 25,12

Slide 13 - Tekstslide

Instructie.
Bij afronden op decimalen kijk je naar het eerste getal dat gaat afvallen.
Dezelfde regels blijven gelden.
Oefenen
Rond af naar 2 decimalen
3,45129
6,91811

Rond af naar 4 decimalen
2,103891
3,100921

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag!
Samen opdr. 47

Blz. 185 - opdr. 48, 49
Blz. 186 - opdr. 50, 51 en 52

Klaar?
redactiesommen.nl
KlasT2A

timer
45:00

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
- We kijken het werk met elkaar na.

- Hoe heb jij de opdrachten gemaakt?
- Heb jij netjes gewerkt en goed nagekeken?

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies