LE 1.5 Soa's, zwangerschap en voorbehoedsmiddelen

Soa's, zwangerschap en voorbehoedsmiddelen
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Soa's, zwangerschap en voorbehoedsmiddelen

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Begrijpen wat soa’s zijn en hoe ze worden overgedragen.
  • Inzicht krijgen in verschillende voorbehoedsmiddelen en hun werking
  • Kennis opdoen over zwangerschap en de risico’s

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Welke SOA's zijn er?

Slide 4 - Tekstslide

Opdracht: Poster
In tweetallen: maken van een poster of een presentatie over een SOA.
Chlamydia / Candida/ Gonorroe/ Genitale wratten/ Herpes genitalis/ Schaamluis/ Syfilis/ Hiv (aids)/ Hepatitis B

Info op de poster:
- Wat is het? 
- Waardoor wordt het veroorzaakt?
- Wat zijn de symptomen (bij de man en de vrouw)?
- Wat zijn de gevolgen (bij eventueel te laat handelen)?
- (Hoe) Is de soa te behandelen/te genezen?
- Extra andere feiten
- Maak 3 quiz vragen over de soa

Slide 5 - Tekstslide

Een SOA! en dan?
Negeer de klachten niet.
- Pijn bij het plassen
- Pijn in de onderbuik
- Andere afscheiding

Dit zijn signalen van een mogelijk SOA.
Een test geeft duidelijkheid wat je hebt.

Slide 6 - Tekstslide

Veel SOA's gaan over
Met een diagnose en de juiste medicijnen, zijn de meeste SOA's goed te verhelpen.

Chlamydia: Meest voorkomende SOA

HIV/AIDS: Bekendste SOA

Slide 7 - Tekstslide

wat moet je doen als je besmet bent en hoe genees je?
wat als je ziek wordt?
Naar de huisarts, GGD of anoniem in het ziekenhuis

Hoe genees je:
De arts zal je een geneesmiddel voorschrijven.
Herpes en HIV genezen niet.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbehoedsmiddelen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbehoedsmiddelen
Middelen om je te beschermen tegen een zwangerschap, of om je te beschermen tegen een SOA.

Ander woord: anticonceptie = tegen zwangerschap.

Slide 10 - Tekstslide

Welke voorbehoedsmiddelen ken jij al?

Slide 11 - Open vraag

Periodieke onthouding is:
A
Geen seks hebben tijdens de menstruatie.
B
Geen seks hebben als de vrouw zwanger is.
C
Geen seks hebben op de meest vruchtbare dagen van de cyclus.
D
Geen seks hebben als je een SOA hebt.

Slide 12 - Quizvraag

Coïtus Interruptus (voor het zingen de kerk uit) is:
A
Seks waarbij alleen de man klaarkomt.
B
Tijdens de seks de penis terugtrekken uit de vagina voor de zaadlozing (orgasme, klaarkomen).
C
Orale seks (pijpen, beffen).
D
Seks met een condoom.

Slide 13 - Quizvraag

Het condoom
Wat is het?
Het condoom is een elastisch hoesje, meestal van dun rubber.

Hoe werkt het?
Het condoom wordt om de penis geschoven.
Het voorkomt dat er sperma in de vagina komt.
Je kan het condoom 1x gebruiken.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Kennis activeren
Aids
Gonorroe
Herpes genitalis
Candida

Hep. B
Chlamydia

Syfillus

Slide 16 - Tekstslide

De pil
Wat is het? 
Een klein pilletje met hormonen.

Hoe werkt het?
- De pil geeft hormonen af aan het lichaam.
- De hormonen zorgen ervoor dat er geen eisprong komt en dus geen eicellen vrijkomen.
- Je slikt 1 keer per dag 1 pil, 3 weken lang.
- De 4e week is een 'stopweek', hier slik je geen pillen en word je ongesteld.

Slide 17 - Tekstslide

Voordelen

Bij goed gebruik (dus iedere dag slikken) is de pil heel betrouwbaar.

Je weet wanneer je ongesteld wordt.
Nadelen

Je moet er iedere dag aan denken.

Beschermt niet tegen SOA's

Levert vaak bijverschijnselen op zoals misselijkheid, hoofdpijn, gewichtstoename, gespannen gevoel in de borsten, neerslachtigheid.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Het spiraaltje
Wat is het?
 Een klein ankertje van kunststof die door een arts in je baarmoeder wordt geplaatst.

Hoe werkt het?
Het hormoonspiraaltje geeft iedere dag een beetje hormoon af dat zorgt voor:
- het dikker worden van het slijm van de baarmoedermond waardoor sperma er minder goed doorheen kan en een bevrucht eitje zich niet kan vastmaken in je baarmoeder.

 Het koperspiraaltje geeft heel langzaam koper af dat zorgt voor:
- het veranderen van het baarmoederslijmvlies waardoor een bevrucht eitje zich niet kan vastmaken aan de baarmoeder.
- dat de zaadcellen die de baarmoeder binnenkomen onvruchtbaar worden.

Het spiraaltje kan ongeveer 5 jaar blijven zitten.

Slide 20 - Tekstslide

De prikpil:
Wat is het?
De vrouw krijgt iedere 3 maanden een prik met een hormoon.
Hoe werkt het?
De hormonen remmen de eisprong (ovulatie), er komen dan geen eicellen vrij.




Pessarium:
Wat is het?
Een soort kapje die ingebracht wordt in de vagina en de baarmoeder afsluit.
Hoe werkt het?
Het kapje sluit de baarmoeder af waardoor 
het sperma niet bij de eicel kan komen.





Het hormoonstaafje:
Wat is het? 
Een staafje die onder je huid wordt geplaatst (door je huisarts)
Hoe werkt het?
- Het hormoonstaafje geeft steeds een klein beetje hormoon af aan je lichaam.
- Je hebt geen eisprong.
- Het slijm aan het begin van je baarmoedermond wordt dikker. Zaad (sperma) van de man komt daar minder goed doorheen.
- Een bevrucht eitje kan zich niet vastmaken in je baarmoeder.

Slide 21 - Tekstslide

De hormoonring:
Wat is het?
Een plastic ring die je zelf in de vagina inbrengt.
Hoe werkt het?
- In de ring zitten 2 hormonen. Die komen in je bloed waardoor je niet zwanger wordt.
- De ring kan 3 weken blijven zitten.
- Daarna draag je de ring 7 dagen niet. Je wordt dan ongesteld.
- Als je de ring steeds op tijd wisselt, is de kans op zwangerschap heel klein.
De hormoonpleister:
Wat is het?
Een pleister  met hormonen die je op je lichaam plakt.
Hoe werkt het?
- De pleister geeft 2 hormonen af. Via je huid komen ze in je bloed.
- Je plakt 3 weken achter elkaar elke week een nieuwe pleister op je huid.
- De 4e week plak je geen pleister. Je wordt dan ongesteld.


Slide 22 - Tekstslide

Morning After Pil
Wat is het?
Een pil met veel hormonen.

Hoe werkt het?
- de pil geeft hormonen af aan het lichaam die ervoor zorgen dat de eisprong uitgesteld wordt.
- de pil moet maximaal binnen 3 dagen (72 uur) na de geslachtsgemeenschap worden geslikt.
- de pil werkt het beste als deze binnen 12 uur na de geslachtsgemeenschap wordt geslikt.

Slide 23 - Tekstslide

Wat is de functie van het condoom?
A
Het voorkomen van een zwangerschap.
B
Het voorkomen van een SOA.
C
Het voorkomen van een zwangerschap en een SOA.
D
Het voorkomen van een verkoudheid.

Slide 24 - Quizvraag

De pil beschermt tegen SOA's
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quizvraag

De pil slik je alleen voor of na de seks.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 26 - Quizvraag


Welk voorbehoedsmiddel
zie je hier?
A
Het hormoonstaafje
B
Het spiraaltje
C
De hormoonring
D
Het pessarium

Slide 27 - Quizvraag

Welk voorbehoedsmiddel
zie je hier?
A
Het hormoonstaafje
B
Het spiraaltje
C
De hormoonring
D
Het pessarium

Slide 28 - Quizvraag

Binnen hoeveel dagen/uur moet je de morning- afterpil slikken om zwangerschap te voorkomen?
A
4 dagen / 94 uur
B
3 dagen / 72 uur
C
7 dagen / 168 uur
D
5 dagen / 120 uur

Slide 29 - Quizvraag

Welke 2 soorten spiraaltjes zijn er?
A
Het goudspiraal
B
Het koperspiraal
C
Het zilverspiraal
D
Het hormoonspiraal

Slide 30 - Quizvraag

Slide 31 - Link

Zwangerschap

Slide 32 - Tekstslide

Wat wil je weten?

Slide 33 - Woordweb

Slide 34 - Link