Herhalen H7 Japan §1, 2, 3

Natuurrampen japan
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Natuurrampen japan

Slide 1 - Tekstslide

Platentektoniek betekent
A
Dat de aardkorst bestaat uit aardplaten
B
Het bewegen van de aardplaten
C
Het bewegen van de aardkorst
D
Dat de aardkorst drijft op magma

Slide 2 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een endogeen proces?
A
Sedimentatie
B
Erosie
C
Platentektoniek
D
Aardbevingen

Slide 3 - Quizvraag

Platentektoniek past binnen de...
A
fysische dimensie
B
culturele dimensie
C
politieke dimensie
D
economische dimensie

Slide 4 - Quizvraag

Hoe noem je de beweging van taai vloeibaar gesteente in de aardmantel?
A
Stromingen
B
Magmastroming
C
Platentektoniek
D
Convectiestromen

Slide 5 - Quizvraag


A
divergent, convergent, transform
B
convergent, divergent, transform
C
transform, divergent, convergent
D
transform, convergent, divergent

Slide 6 - Quizvraag

Bij welke twee plaatbewegingen komt vulkanisme voor?
A
Divergent en convergent
B
Divergent en transform
C
Convergent en transform

Slide 7 - Quizvraag

Wat ontstaat er over het algemeen niet bij subductie?
A
tsunami
B
actief vulkanisme
C
zware aardbevingen
D
alle 3 komen wel voor bij subductie

Slide 8 - Quizvraag

In welke situatie is sprake van subductie?
A
B
C
D

Slide 9 - Quizvraag

Bij subductie
A
duikt de zwaardere plaat onder de lichtere
B
duikt de lichtere plaat onder de zwaardere

Slide 10 - Quizvraag

Subductie is altijd convergentie. Maar convergentie is niet altijd subductie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Bij welke plaatbeweging(en) ontstaan zware aardbevingen?
A
transform en divergent
B
convergent en transform
C
divergent
D
divergent en convergent

Slide 12 - Quizvraag

Hoe ontstaat een tsunami?
A
aardbeving op de zeebodem
B
vulkaan uitbarsting
C
tropische orkaan
D
zeebeving

Slide 13 - Quizvraag

Voor een tsunami heb je nodig: een aardbeving:...
A
op de zeebodem en een diepe kust
B
op de zeebodem en een oplopende kust
C
op land en een diepe zee
D
op land en een ondiepe zee

Slide 14 - Quizvraag

Een tropische orkaan ontstaat bij ...
A
een hoge temperatuur
B
een lage temperatuur

Slide 15 - Quizvraag

Wat is geen andere naam voor een tropische orkaan?
A
Tornado
B
Hurricane
C
Tyfoon
D
Cycloon

Slide 16 - Quizvraag

In Nederland hebben we geen tropische orkanen omdat...
A
Nederland geen goed klimaat heeft voor orkanen.
B
Nederland niet aan de randen van platen liggen.
C
De tropische orkanen niet langs Nederland komen.
D
De Noordzee te koud is voor tropische orkanen.

Slide 17 - Quizvraag

Welke dimensie?
Het opbouwen van een land na een tropische orkaan kost veel geld.
A
economisch
B
sociaal
C
demografisch
D
politiek

Slide 18 - Quizvraag

Wat hoort niet bij een tropische orkaan?
A
Ontstaat boven zee
B
Heeft een oog
C
Heeft een slurf
D
Is honderden kilometers in doorsnede

Slide 19 - Quizvraag

Vanaf welke windkracht (op de schaal van Beaufort) noemen we een tropische storm een orkaan?
A
8
B
3
C
12
D
11

Slide 20 - Quizvraag