LESSON 2B ENGLISH WRITING


1 / 19
volgende
Slide 1: Open vraag
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les


Slide 1 - Open vraag

Lidwoorden/Articles
Wanneer gebruik je a of an?
Om te bepalen of je a of an moet gebruiken is de klank (dus wat je hoort) van de eerste letter van het woord belangrijk.
Je schrijft:
  • an als de eerste letter van het woord  als een klinker wordt uitgesproken, bijvoorbeeld an hour (klank au), an office (klank oh)
  • a als de eerste letter van het woord als een medeklinker wordt uitgesproken, bijvoorbeeld a letter (klank l), a university (klank ju)

Slide 2 - Tekstslide

Which one is correct?

A
a unique experience
B
an unique experience

Slide 3 - Quizvraag

Which one is correct?
A
an European citizen
B
a European citizen

Slide 4 - Quizvraag

Which one is correct?
A
The first letter of the word "London" is a "L".
B
The first letter of the word "London"is an "L"

Slide 5 - Quizvraag

Which one is correct?
A
Photo doesn't start with an 'F', it start with a 'P'.
B
Photo doesn't start with a 'F', it starts with an 'P'.

Slide 6 - Quizvraag

Formulier Invullen
Veel voorkomende woorden op Forms zijn:
  1. forename or first name = voornaam
  2. surname = achternaam
  3. date of birth = geboorte datum
  4. permission for special leave = toestemming  voor speciaal verlof
  5. block capitals = hele woord in hoofdletters
  6. please tick appropriate box = zet een vinkje in het juiste vakje
  7. N/A of n/a = not applicable of not available = niet toepasbaar of niet beschikbaar
  8. dependents = (familie leden die) afhankelijk zijn van jou
  9. marital status = zeg of je single, married, in a civil partnership, divorced or separated bent
  10. for office use only = not to be filled in. This section is completed by the organisation
  11. next of kin = naaste familie leden
  12. title = mr/mrs/ms/miss
  13. postcode of zipcode = postcode

Slide 7 - Tekstslide

Andere veel voorkomende woorden op forms
  • surname = achternaam
  • male/female = man/vrouw
  • apply = inschrijven/ opgeven voor/ solliciteren
  • experience = ervaring
  • employed = werkzaam
  • qualification = diploma
  • skills = vaardigheden
  • date of purchase = aankoopdatum
  • complaint = klacht
  • malfunction = gebrek

Slide 8 - Tekstslide

timer
1:00
For office use only
N/A
Next of kin
Signature
Dependents
Forenames
Write in block capitals
Je naaste familielid 
schrijf met hoofdletters
Voornaam
Familie leden die financieel afhankelijk van jou zijn
Niet invullen. Deze sectie wordt door de organisatie ingevuld.
Niet van toepassing
Handtekening

Slide 9 - Sleepvraag

Het schrijven van een kort zakelijk bericht/memo/notitie aan collega's/klanten etc
  • Op iedere werkplek worden berichten geschreven naar collega's, leidinggevenden of klanten. Meestal gaat dit via email.
  • Zorg dat je bericht kort en zakelijk blijft.
  • Schrijf in de onderwerp regel (subject line) kort waar je email over gaat
  • Begin met een nette aanhef: Dear ..... is altijd goed!
  • Beschrijf kort je probleem en wat je van de ander verwacht.
  • Kind Regards, Best wishes, Yours sincerely zijn nette manieren om je bericht/memo af te sluiten

Slide 10 - Tekstslide

Hierna volgt een voorbeeld van een kort zakelijk bericht

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Fill in the correct form to, too, two.
1. He likes chocolate ............
2. He likes ......cook.

Slide 16 - Open vraag

Fill in the correct form than/then:
1. Amsterdam is smaller ........London.
2. First he smiled but ........he started crying.

Slide 17 - Open vraag

Did you learn something today, yes/no, why/why not? Thanks for your input.

Slide 18 - Open vraag

Opmerkingen en Vragen
  • 8 juni 2020 examen nog niet zeker, maar 'examencommissie' is aan het vergaderen of er misschien een online Toa examen komt
  • huiswerk staat in de planning in cum laude en onder documenten in het kanaal
  • zal deze week de Lessonup lessen met jullie delen, zodat jullie het na kunnen lezen.

Slide 19 - Tekstslide