Workshop Plenda/Agenda - Plannen

• Mentorles
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Welkom!

Workshop over de Plenda

Leg alvast klaar op de hoek van je tafel:

- wisbordje + stift

- Plenda

- Pen

Start met de startopdracht

Welkom!

Workshop over de agenda

Leg alvast klaar op de 

hoek van je tafel:

- wisbordje + stift

- Agenda

- Pen

Start met de startopdracht

Wat gaan we doen?

• Plannen
• Prioriteiten stellen
• 6 stappen
• Agenda taal
• Plenda/Agenda invullen
• Oefenen plannen
• Nabespreken

Plannen

Stel: Je wil een feestje organiseren. 

Wat moet je hiervoor regelen?

Schrijf ten minste 5 dingen op je wisbordje.

Prioriteiten stellen

Wat betekent prioriteiten stellen?

1. Tijd plannen            2. Keuzes maken           3. Agenda gebruiken

Bij deze slide denken leerlingen zelf na over prioriteiten. 

Bij het bespreken maak je een koppeling naar opdracht 1. Er zullen verschillende volgordes gekozen zijn, dit heeft te maken met de prioriteiten die iemand stelt. Dit kan dus per persoon verschillen.

Prioriteiten stellen

Bepaal welke feesttaak prioriteit heeft. 

Noteer 1 t/m 5 bij de taken.

1 = hoogste (moet snel)

5 = laagste (kan nog wachten)

Prioriteiten stellen

Bespreek:

Waarom heeft jouw nummer 1 de hoogste prioriteit?

Waarom heeft jouw nummer 5 de laagste prioriteit?

Neem deze matrix met leerlingen door.

Leg de volgende begrippen uit:

Belangrijk: Het moet afgerond worden, als je het niet doet, ontstaan er problemen.

Urgent: Het moet vandaag, c.q. deze week gebeuren.

Delegeren: iemand anders laten doen (bijvoorbeeld: je moet iets uitprinten, dit kan even snel tussendoor maar je kan ook vragen of een klasgenootje dit even kan printen)

Schoolwerk plannen

We kijken een filmpje.

Noteer op je wisbordje welke 6 stappen er worden genoemd.

6 stappen

De volgende tips horen bij 1 van de 6 stappen. 

Schrijf de letter achter de juiste stap op je wisbordje.

A) achterstevoren (terug in de tijd)

B) stel prioriteiten

C) gebruik afkortingen

D) kijk in Magister

Agenda taal

Leren:   L

Maken: M

Lezen:  Lz

Herhalen: hh

Schriftelijke overhoring: SO

Proefwerk: PW

Praktische opdracht: PO

Pak je Plenda erbij!

Pak je agenda erbij

Oefenen: Agenda invullen

Maandag 28 augustus 2/3e uur - Proefwerk Engels – Leren: Woordjes 1 t/m 100

Dinsdag 29 augustus 4/5e uur- Aardrijkskunde – Maken: opdracht 2, 3, 6, 7 Lezen: paragraaf 1.1

Woensdag 30 augustus 2/3e uur - Schriftelijke overhoring Biologie – Leren: Hoofdstuk 3 paragraaf 1, 3, 4, 6

Vrijdag 1 september 6/7e uur- Geschiedenis - Maken opdracht 1 t/m 12 Lezen: Bladzijde 3 t/m 7                                                                 *Gebruik afkortingen

Oefenen: Plannen

• Deel het werk per vak op in kleinere taken.
• Bij leerwerk: herhaal de leerstof een dag voor je toets
• Verdeel de kleinere taken over de schooldagen die leiden naar de deadline. (terug in de tijd)
• Bij Plenda: wanneer het huiswerk is ingepland  

                              --> Boven afvinken

Wisbordjes klaar!

Wat is de afkorting voor leren?

Wat is de afkorting voor lezen?

Wat hoort bij elkaar: combineer letter en nummer

A) Hoge prioriteit         1) Niet urgent

                   B) Lage prioriteit           2) Urgent                            

Een taak is belangrijk en urgent

Kies: Nu doen / later doen?

Een taak is niet belangrijk en niet urgent

Kies: Nu doen / later doen?

Vragen?