Doelen:
- Ik kan goede zinnen maken.
- Ik durf met andere mensen te praten. (Ook als ik die mensen niet ken.)
Opdracht 1:
Eind september is het schoolreisje. Welke vragen kun je tijdens het schoolreisje stellen?
Bedenk er 5.
Opdracht 2:
Praat samen (werkvorm: wandelen)