Wereldfeesten-carnaval

carnaval 
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapskundeBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

carnaval 

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet je al van Carnaval?

Slide 2 - Open vraag

Slide 3 - Video

Elk jaar een groot feest.

Elk jaar is carnaval weer aanleiding voor een groot feest, vooral
voor de mensen die in het zuiden wonen of er vandaan komen.
Zowel volwassenen als kinderen verkleden of schminken zich. Ze kleden zich in 
fantastische kostuums en gaan hossend over straat. Ook lopen ze de polonaise. 
Prins Carnaval is tijdelijk de baas in de stad.
  In veel plaatsen zijn er optochten. Carnavalsverenigingen doen er maanden over om
de praalwagens voor de optocht te bouwen.
 Vaak is er ook een aparte kinderoptocht. Tijdens de optochten regent het confetti.
Ook op andere plaatsen op de wereld viert men carnaval uitbundig.


Slide 4 - Tekstslide

Waar wordt carnaval in Nederland het meest gevierd?
A
Overal in Nederland
B
Alleen in Veghel
C
In het zuiden van het land
D
In Limburg

Slide 5 - Quizvraag

Wie is er tijdens carnaval tijdelijk de baas?
A
Directeur Carnaval
B
Prins Carnaval
C
President Carnaval
D
Koning Carnaval

Slide 6 - Quizvraag

Hoe worden de wagens in de optocht genoemd?
A
Praalwagens
B
Pronkwagens
C
Prachtwagens
D
Prakwagens

Slide 7 - Quizvraag

Verkleden en kostuums.

Slide 8 - Tekstslide

Geschiedenis van Carnaval
Carnaval is oorspronkelijk een rooms-katholiek feest. Het begint ieder jaar in februari of maart maar altijd op een andere datum en  altijd 7 weken voor Pasen. Na carnaval begint de vastentijd.
De vastentijd die duurt tot Pasen. In de vastentijd aten de katholieken vroeger minder, en beslist geen vlees.
Het woord carnaval komt misschien van ‘carne vale’. Dat is Latijn voor ’vaarwel vlees’. Tijdens de
 vastentijd aten kinderen hun snoep niet meteen op, maar bewaarden dat voor na de vastentijd. Voordat de mensen gingen vasten, wilden ze nog een keer uitgebreid eten drinken en dansen. Dat werd uiteindelijk het carnavalsfeest. 



Slide 9 - Tekstslide

Carnaval is oorspronkelijk een .... feest.
A
Boeddhistisch
B
Islamitisch
C
Joods
D
Rooms-Katholiek

Slide 10 - Quizvraag

Het woord carnaval komt misschien van ‘carne vale’. Dat is Latijn voor
A
We gaan hossen
B
Verkleden
C
Vaarwel vlees
D
Vakantie

Slide 11 - Quizvraag

Carnavalskrakers
Elk jaar worden er voor carnaval speciale liedjes gemaakt. De liedjes zijn vaak grappig, omdat de teksten
raar zijn. Sommige liedjes worden ook veel gedraaid op de radio en zijn echte hits. Die noem je carnavalskrakers.
 Misschien ken je wel een bekend liedje als: Er staat een paard in de gang van André van Duin. Maar de echte carnavalsmuziek hoor je niet op de
radio. Daarvoor moet je echt naar het zuiden. Of gewoon even op YouTube kijken!

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat zijn carnavalkrakers?
A
Dan wordt er gekraakt bij carnaval
B
Liedjes die je heel veel hoort tijdens carnaval
C
Dan hoor je je botten kraken als je danst
D
Dat zijn een soort van tijgernootjes

Slide 14 - Quizvraag

Optochten en praalwagens
In veel plaatsen zijn er tijdens carnaval optochten. Er rijden dan mooi versierde wagens door de staten van de steden die tijdens carnaval een andere naam krijgen. Den Bosch heet Oeteldonk en Breda wordt Kielegat. Rare namen dus.
Prins carnaval is burgermeester van de stad tijdens carnaval.

Slide 15 - Tekstslide

Veghel heet tijdens carnaval ...
A
Kuussegat
B
't Vennegat
C
Oeteldonk
D
Kielegat

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Overal ter wereld carnaval.
Ook op andere plaatsen op de wereld viert men carnaval uitbundig. Het carnaval van Rio de Janeiro is
bijvoorbeeld wereldberoemd. Daar draait alles om de schitterende kostuums en de verkiezing van de
sambakoningin. 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Link

Waar zou jij carnaval willen vieren?

Slide 20 - Open vraag