Aerobe dissimilatie van glucose bestaat uit 4 processen:
Glycolyse: glucose wordt 2 pyrodruivenzuur, kost 2 ATP
vorming acetyl-coA + citroenzuur + NADH uit pyrodruivenzuur + coA + NAD+
citroenzuurcyclus: Bij de citroenzuurcyclus ontstaan uit 2 pyrodruivenzuur (= 1 glucose): 6 NADH,H+, 2 FADH,H+ en 2 ATP.
oxidatieve fosforylering: per NADH 3 ATP gevormd, per FADH2 2 ATP gevormd. De H-atomen van NADH,H+ en FADH,H+ doorlopen de ademhalingsketen; dit levert 34 ATP op.
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
RQ-waarde
Respiratoir quotiënt (RQ-waarde) = het aantal afgestane CO2-moleculen gedeeld door het aantal opgenomen O2-moleculen.
Elke brandstof (koolhydraat, vet en eventueel eiwit) heeft zijn eigen RQ-waarde. Hoe lager de RQ-waarde, des te hoger de energetische waarde van de brandstof.
Bij de dissimilatie van alleen glucose is de RQ gelijk aan 1,0. C6H12O6 + 6 O2 → 6 CO2 + 6 H2O; dus RQ = 6/6 = 1,0.
Bij de dissimilatie van alleen vetten is de RQ gelijk aan 0,7. Bijvoorbeeld: 2 C55H106O6 (dierlijk vet) + 157 O2 → 110 CO2 + 106 H2O; dus RQ = 110/157 = 0,7.