Proeftoets Procedures en recht

De afnemers van handelsonderneming De Vaart bv plaatsen een order via een orderformulier.
Noem twee andere documenten die bij het verkoopproces horen.
Noteer je antwoord.
1 / 15
volgende
Slide 1: Open vraag
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De afnemers van handelsonderneming De Vaart bv plaatsen een order via een orderformulier.
Noem twee andere documenten die bij het verkoopproces horen.
Noteer je antwoord.

Slide 1 - Open vraag

Het inkoopproces bestaat bij De Vaart bv uit zeven fasen. Er is sprake van nafacturering.
Noteer op het antwoordblad in het stroomschema de volgende begrippen in de juiste volgorde.  Betaling van de factuur
 Factuur, offerte, offerteaanvraag, ontvangstgoederen, order, orderbevestiging.

Slide 2 - Open vraag

Bij de inkoop van goederen en de betaling ervan wordt bij De Vaart bv functiescheiding toegepast.
Welke functionaris plaatst de orders en welke functionaris accordeert de betaling?
A
De inkoper plaatst de orders en de procuratiehouder accordeert.
B
De magazijnmeester plaatst de orders en de procuratiehouder accordeert.
C
De magazijnmeester plaatst de orders en de crediteurenbeheerder accordeert.

Slide 3 - Quizvraag

Bij De Vaart bv is de kantinebeheerder ook de kassier. Ieder kwartaal moet hij de ontvangsten en uitgaven verantwoorden.
Noem twee maatregelen die de directie kan nemen om te voorkomen dat de kantinebeheerder geld uit de kas leent.
Noteer je antwoord.

Slide 4 - Open vraag

De vordering op familie Van Leersum is 35 dagen oud.
Welke actie onderneemt De Vaart bv op 7 september 2015, volgens de meest gangbare procedure?
A
Een aanmaning sturen
B
Een incassobureau inschakelen en de vordering uit handen geven
C
Een schriftelijke herinnering sturen

Slide 5 - Quizvraag

De heer Van de Zandschulp en mevrouw Sep hebben al een tweede schriftelijke aanmaning gekregen. Desondanks hebben zij nog steeds niet betaald.
Welke actie onderneemt De Vaart bv op 7 september 2015?
A
Een beslag leggen op het vermogen van de twee debiteuren
B
Een incassobureau inschakelen en de vordering uit handen geven
C
Een laatste herinnering sturen

Slide 6 - Quizvraag

Wie kan er beslagleggen op goederen, loon en tegoeden op bankrekeningen?
A
De curator
B
De deurwaarder
C
De rechtbank
D
Een incassobureau

Slide 7 - Quizvraag

Wat houdt de verificatievergadering bij een faillissementsprocedure in?
A
Tijdens de verificatievergadering wordt door de schuldeisers besloten om de schuldenaar failliet te verklaren.
B
Tijdens de verificatievergadering wordt een lijst gemaakt met vorderingen en de volgorde waarin deze vorderingen worden betaald.
C
Tijdens de verificatievergadering wordt gecontroleerd of alle vorderingen juist zijn.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de rangorde van de schuldeisers bij een faillissement?
A
Belastingdienst – curator – leveranciers
B
Curator – belastingdienst – leveranciers
C
Leveranciers – curator – belastingdienst

Slide 9 - Quizvraag

Op welke manier kan een faillissement eindigen?
A
Door beslaglegging op de bezittingen van de schuldenaar
B
Door het verbindend verklaren van de slotuitdelingslijst / geen geld meer
C
Door verkoop van de boedel van de schuldenaar

Slide 10 - Quizvraag

Hoe worden bij een faillissement de vorderingen afgehandeld?
A
De boedel van de schuldenaar wordt verkocht.
B
De curator stelt een uitdelingslijst op.
C
De faillissementsschulden worden eerst betaald en vervolgens de boedelschulden.

Slide 11 - Quizvraag

De Vaart bv levert op 17 november 2015 aan een klant. De factuur wordt verzonden nadat de goederen zijn geleverd.
Vóór welke datum moet de factuur uiterlijk verzonden zijn?
A
Vóór 15 december 2015
B
Vóór 17 december 2015
C
Vóór 31 december 2015

Slide 12 - Quizvraag

De Vaart bv doet per kwartaal de btw-aangifte.
Wat is de uiterste datum waarop De Vaart bv deze aangifte over het derde kwartaal van 2015 mag doen?
A
Vóór 30 september 2015
B
Vóór 31 oktober 2015
C
Vóór 31 november 2015

Slide 13 - Quizvraag

De Vaart bv levert aan klanten in binnen- en buitenland.
Welk tarief voor omzetbelasting is van toepassing bij leveringen aan andere landen?
A
Tarief van 0 procent
B
Tarief van 6 procent
C
Tarief van 21 procent

Slide 14 - Quizvraag

Waarvan is sprake bij de inkoop van goederen door een Nederlandse onderneming bij leveranciers in China?
A
Export
B
Import
C
Intracommunautaire levering
D
Intracommunautaire verwerving

Slide 15 - Quizvraag