Tijd

Meten & Meetkunde 
Tijd
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOMiddelbare schoolLeerjaar 1Studiejaar 2

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Meten & Meetkunde 
Tijd

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

15 minuten = 1 kwartier

30 minuten = 2 kwartier = 1/2 uur

45 minuten = 3 kwartier

Slide 3 - Tekstslide

Een handig ezelsbruggetje! Op de knokkel 31 dagen.Ertussenin 30 dagen of in februari 28 of 29

Slide 4 - Tekstslide

4,8 uur
Hoeveel uren en hoeveel minuten??

4 uur en 0,8uur
0,8 x 60 (minuten) = 48 minuten


Slide 5 - Tekstslide

1 uur hoeveel minuten zijn dat?
A
60
B
3600
C
600
D
24

Slide 6 - Quizvraag

1 week hoeveel uren zijn dat?
A
7
B
7 x 24
C
7 x 24 x 60
D
7 x 24 x 60 x 60

Slide 7 - Quizvraag

1,25 uur hoeveel uur en minuten is dat?
A
1 uur en 15 minuten
B
1 uur en 25 minuten
C
anderhalf uur
D
125 minuten

Slide 8 - Quizvraag

85 seconden is....
A
1 minuut
B
0,85 minuut
C
1 minuut en 25 seconden
D
8,5 minuut

Slide 9 - Quizvraag

Een 'gewoon' jaar telt ... dagen
A
350
B
360
C
366
D
365

Slide 10 - Quizvraag

De serie die ik volg begint om 19:50uur en duurt tot 20:20 uur.
Hoeveel minuten duurt mijn serie?

Slide 11 - Open vraag

Bij welke digitale tijd is het 8 uur 's avonds?
A
8:00 uur
B
18:00 uur
C
20:00 uur
D
24:00 uur

Slide 12 - Quizvraag

1:15 minuut is 75 seconden?
A
waar
B
niet waar?

Slide 13 - Quizvraag

Een jaar telt 12 weken?
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

1 uur is ... seconden
A
3600
B
60
C
360
D
100

Slide 15 - Quizvraag

Hoe laat komt de trein aan in Rotterdam Centraal?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Tekstslide

Het is 12 uur 's nachts
A
12:00
B
23:00
C
00:00
D
01:00

Slide 18 - Quizvraag

Het is 5 uur. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 19 - Open vraag

Het is half 2. Welke twee digitale tijden horen daarbij?

Slide 20 - Open vraag

Het is 16:30.
Hoe laat is dat op de analoge klok?
A
half zes
B
half 7
C
half vijf
D
half vier

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Welke twee digitale tijden horen hierbij?

Slide 23 - Open vraag

Koppel de tijd aan de juiste klok...
19:55
14:20
16:40
23:05
10 minuten voor half 3
10 minuten over half 5
5 minuten voor 8 uur
5 minuten over 11 uur

Slide 24 - Sleepvraag

Kijk naar de klok. De bus komt
om 16:15. Hoelang moet
ik nog wachten?
A
45 minuten
B
55 minuten
C
50 minuten
D
40 minuten

Slide 25 - Quizvraag

1 kwartaal = 
1 uur
Koppel de juiste tijdseenheden !
1 eeuw =
1 jaar =
3 maanden
100 jaar
52 weken
3 600 sec

Slide 26 - Sleepvraag

Hoeveel minuten heeft 1,3 uren
A
63
B
130
C
90
D
78

Slide 27 - Quizvraag

Een voetbalwedstrijd duurt 90 minuten. Dit is evenveel als:
A
1,30 uur
B
0,90 uur
C
Anderhalf uur
D
1,2 uur

Slide 28 - Quizvraag

Een dag heeft 24 uur. Hoeveel minuten is dat?
A
1560
B
9000
C
1440
D
1200

Slide 29 - Quizvraag

Dit was het goed gewerkt!!!

Slide 30 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Je gaat zelfstandig aan de slag met je boek. 


Slide 31 - Tekstslide