Onrust

ONRUST, LES 1
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

ONRUST, LES 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je over het eiland Welvum en de bewoners? (vorige les)

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

''De muurkrant is de plek waarop de eilanders met elkaar communiceren. Er is geen krant en geen internet.'' 

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: individueel 
Kijk op SOM; je kan daar de verdeling van de klas vinden. Ik heb iedereen ingedeeld bij een personage. Je neemt deze inhoud zo door; de inhoud deel je niet met je klasgenoten. 
Je moet je echt gaan inleven in deze persoon. Jullie moeten in deze module ook uiteindelijk gaan reageren namens dit personage. 

Vanaf nu voer je de opdrachten uit alsof je die persoon bent. Je enige 'hulp' is de partner met hetzelfde personage als jij. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4: klassikaal
Bekijk de foto en lees wat er in de mededeling staat. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4: klassikaal
De boodschap van het bericht is dat er een zendmast
geplaatst kan worden op het eiland, zodat het eiland gebruik kan gaan maken van internet. De eilanders moeten binnen enkele dagen reageren op de muurkrant.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5: individueel
Je gaat een brief schrijven namens je personage. Je geeft aan of je voor of tegen de mast bent en je maakt gebruik van argumenten 'ik vind dat..., omdat.....'. Onderteken de brief met de naam van je personage. 

- Je werkt op papier. 
timer
10:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6: klassikaal
Geef reacties op de andere brieven. 

Je krijgt drie post-its van je docent. Loop rond en reageer op de teksten van de andere eilanders zoals jouw personage dat zou doen. Schrijf je reactie op de post-it en plak deze op de brief van een ander personage. Plak één post-it per brief.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONRUST, LES 2

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weet je nog? 
  • Je hebt de kaart van het eiland Welvum bekeken.
  • Je hebt het profiel van een eilandbewoner bekeken.
  • Je hebt een brief geschreven als reactie op de zendmast  

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je hebt vorige les kennisgemaakt met het eiland Welvum en zijn bewoners. Welvum loopt een beetje achter, omdat er geen internet is. Bewoners communiceren met elkaar via de muurkrant. Daar komt binnenkort misschien verandering in, met de komst van een zendmast. Maar niet iedereen zit daar op te wachten ...


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Was jouw personage blij met de komst van een zendmast?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: samen lezen of alleen?
Duh, samen natuurlijk!
Nehhh, alleen.

Slide 13 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: klassikaal
We lezen samen het muurbericht van Sara. 

Sara is een meisje van 16 dat op het eiland woont. Zij ontmoet een groep vreemdelingen die zijn ‘aangespoeld’ op het eiland. Sara wil deze groep helpen, maar heeft daar in haar huis de ruimte niet voor.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: Geef een reactie op het bericht van Sara, vanuit het perspectief dat je de vorige les hebt gekregen. Ben je voor, tegen of neutraal? Ik wijs zo een aantal mensen aan om hun antwoord te beargumenteren.
Voor
Tegen
Neutraal

Slide 15 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4: klassikaal
We maken een samenvatting van de opinie van de eilandbewoners. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 5: individueel/huiswerk
Je bent verslaggever van een krant op het vasteland. Van de kapitein van de veerboot heb je gehoord wat er is gebeurd op het eiland. Van de hoofdredacteur van je krant heb je honderd woorden gekregen om hier een artikel over te schrijven.
Beschrijf wat er is gebeurd en wat de opinie is van de bewoners.
Bekijk eventueel de toolbox Nieuwsbericht schrijven.


Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 6: klassikaal
Huh? Een nieuw artikel???

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONRUST, LES 3

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Er is een groep met vreemdelingen op Welvum aangekomen. Sara ontdekt hen het eerst, in de dichte mist. Zij en haar vader Bram hebben medelijden met de vluchtelingen. Via de muurkrant roepen ze de inwoners van Welvum op om te helpen. Niet alle inwoners reageren hier positief op.

Je hebt vanuit jouw personage gereageerd op de komst van de vreemdelingen. Hiervoor heb je argumenten gegeven. Je hebt alle meningen verwerkt in een samenvatting en zelf een nieuwsbericht geschreven.

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: in duo's
Ga met je 'partner' bij elkaar zitten (degene met hetzelfde personage). Noteer tips en tops bij het nieuwsbericht. 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 2: klassikaal
In de vorige les zag je dat een onherkenbaar persoon een bericht plaatste op de muurkrant. Probeer aan de hand van het tekstgeraamte de inhoud van het bericht te achterhalen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 3: individueel
 Andere eilanders hebben gereageerd op het bericht van de onherkenbare persoon. Jouw personage wil argumenten verzamelen waarmee hij zijn of haar mening over de vluchtelingen kan onderbouwen. Lees de teksten en bedenk welke artikelen voor jouw personage interessant zijn. Klik hiervoor op de knoppen onder de afbeelding.




timer
5:00

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er allemaal gebeurd?
  • 18 vluchtelingen waren aangekomen op het eiland Welvum (les 2)
  • Er is een nieuw nieuwsbericht op de muurkrant.       Griepepidemie op Brakum (les 3, opdracht 2)
  • Sommige bewoners zijn bang dat de griepepidemie komt door de vluchtelingen.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen, les 3

  • 1 artikel gebruiken om jouw argument te ondersteunen (= opdracht 3, les 3).
  • Je verzamelt argumenten en verwerkt deze argumenten in een product voor de muurkrant (= opdracht 4, les 3).

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Is jouw personage voor of tegen? 
(Of de vluchtelingen mogen blijven of niet)
A
VOOR
B
TEGEN

Slide 26 - Quizvraag

Vraag aan de leerling: waarom is jouw personage voor?
Wat is een kenmerk van een betoog?
Een tekst waarbij de schrijver zijn (lezers)publiek wil overtuigen.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
  • Je leert wat een betoog is.
  • Je leert wat een goede opbouw is van een betoog. 
  • Je leert de begrippen standpunt, argument, tegenargument en weerlegging. 
  • Je leert een betoog schrijven

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opbouw van een betoog
- Besteed tijd aan je titel! Verzin deze op het allerlaatst.
  1. Inleiding met stelling
  2. Kern met argumentatie
    - Twee argumenten voor jouw mening
    - Eén argument tegen met in dezelfde alinea de weerlegging van dat tegenargument
  3. Slot

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Titel
Zorg ervoor dat de titel aanspreekt, nieuwsgierig maakt en aansluit bij de tekst. 

               Daarom is het vaak makkelijker om je titel pas aan het eind te verzinnen!

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

INLEIDING
  1. - Stel een of meer directe vragen / retorische vraag
  2. - Uitdagende openingszin
  3. - Aanleiding voor het betoog (actualiteit)
  4. - Anekdote
  5. - Persoonlijke ervaring
  6. - Definitie of omschrijving: introductie van het onderwerp
  7. - Eindigen met je stelling
Begin hier niet direct mee.
Start eerst met de kern, dan de inleiding en uiteindelijk het slot.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zet je niet in de inleiding
- Argumenten
- Termen uit de theorie over het betoog (stelling, betoog)
- Algemene opmerkingen: 'zoals iedereen weet...'
- Beginnen met 'ik' doe je NOOIT

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SLOT
  • Herhaling van de stelling
  • Samenvatting (kortom, zoals we zagen, zoals is gebleken)
  • Conclusie (al met al, dus, derhalve, daarom, concluderend, hieruit volgt)
  • Aanbeveling of advies (de oplossing zou zijn als, mijn advies is)
  • Toekomstverwachting


  1. Je mag ook een combinatie maken!
  2. Niet: enkel de samenvatting van de argumentatie

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

SLOT (vervolg)
Je kunt kiezen voor een 'uitsmijter' als laatste zin, zodat jouw tekst beter blijft hangen bij de lezer.
Doe dit alleen als je zin ook echt geschikt is, dus ergens op slaat!

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

MIDDENSTUK:
  • Verdeel het in minimaal drie alinea's (ongeveer gelijke lengte)
  • Per alinea één argument (2X) (incl. toelichting en voorbeeld) één tegenargument + weerlegging
  • Licht dit argument toe met voorbeelden, onderzoeksresultaten, citaten van deskundigen, etc.. Haal dit uit de brontekst die bij het examen wordt meegeleverd.

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in Den Bosch doorgaat. [Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld.]
A
Standpunt
B
Argument

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

[Het Nederlands verloedert] want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.
A
Argument
B
Standpunt

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Als je een tegenargument weerlegt, dan ontkracht je het gegeven tegenargument en zeg je dus dat het tegenargument niet klopt.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 42 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Weerlegging

Een argument dat laat zien dat een argument zwak of onwaar is noemen we een weerlegging.

                                                                      Voorbeeld:

Het is fijn dat de aarde opwarmt, want dan kunnen we in ons eigen land lekker veel zonnen (argument voor). Maar de kans dat je huidkanker krijgt, wordt daardoor wel een stuk groter (argument tegen). Als je je echter genoeg insmeert met zonnebrandolie en niet te lang in de zon blijft,  is er niets aan de hand (weerlegging).

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Richtlijnen betoog (vervolg):
  • Vul voor je begint het schrijfplan zo volledig mogelijk in
  • TIP: bij het uiteindelijk schrijven van je betoog begin dan eerst met

    de kern
    , daarna met
    de inleiding en vervolgens met
    het slot.
    Eindig je betoog met een pakkende titel.

Deze onderdelen vormen een goede basis voor je uiteindelijke betoog.

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

OOK NOG BELANGRIJK:
  • Let op spelling en interpunctie.
  • Controleer dit altijd, loop elke zin goed door.

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht: Schrijf een betoog
Je hebt het verhaal van Plot26 Onrust gelezen. Daarin staat dat er 18 vluchtelingen op het eiland aangekomen zijn. Een groot deel van de bevolking wil dat ze blijven. Wil jij dat ook?

De stelling is: De vluchtelingen op het eiland Welvum moeten blijven OF De vluchtelingen moeten niet op het eiland Welvum blijven. 

Je schrijft een betoog waarin je je mening geeft over deze stelling: ben jij het ermee eens of niet?
Let op de indeling zoals uitgelegd in deze les en in de extra informatie.

Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

ONRUST, LES 4

Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er de vorige les gebeurd in Welvum?

Slide 48 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 1: in duo's
Ieder duo gaat elkaars betoog beoordelen aan de hand van het formulier Betoog schrijven. 

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zouden jullie doen als jullie de burgemeester van Welvum waren?

Slide 50 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht 4: klassikaal
We lezen samen een stuk tekst over het boek van schrijver Rom Molemaker. 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je nu over een betoog?

Slide 52 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies