Bevolkingsgroei en Migratie

1 / 11
volgende
Slide 1: Video
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Thema: Bevolkingsgroei
WAT KAN IK STRAKS?
uitleggen welke trend de groei van de wereldbevolking vermoedelijk volgt;
uitleggen dat de groei van de bevolking niet overal gelijk is, maar dat er grote regionale verschillen zijn;
de samenhang tussen bevolkingsgroei en welvaart verklaren.

Slide 2 - Tekstslide

LEES DE THEORIE IN CLASSROOM

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht
Groeiende wereldbevolking


Zet de groei van de bevolking uit in een grafiek. Op de x-as zet je de jaartallen, op de y-as de bevolking.
Begin met het jaar 1810 en eindig met 2083.
​Gebruik de gegevens uit de tekst Groeiende wereldbevolking.

Slide 4 - Tekstslide

De wereld in 2050
LEES DE THEORIE IN CLASSROOM

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Hans Rosling durft de stelling aan dat alleen als we er in slagen de kindersterfte terug te dringen, de groei van de wereldbevolking zal afvlakken.
Leg uit hoe het kan dat de groei van de wereldbevolking afvlakt als we er in slagen meer kinderen in leven te houden?

Slide 7 - Open vraag

Tussen 1880 en 1910 groeide de bevolking van Enschede voornamelijk door migratie.

Waar kwamen de meeste migranten vandaan?
A
De meeste migranten kwamen uit de arme landen in Europa.
B
De meeste migranten kwamen uit de Randstad
C
De meeste migranten kwamen uit het omringende platteland

Slide 8 - Quizvraag

In de tabel zie je gegevens over de ontwikkeling van de bevolking in vier landen op de wereld.

Welk van deze landen kent procentueel de grootste natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Land 1
B
Land 2
C
Land 3
D
Land 4

Slide 9 - Quizvraag

In de grafiek zie je het aandeel van het geboorteoverschot en het migratiesaldo in de bevolkingsgroei van Nederland, België en Duitsland.
De grafiek laat belangrijke verschillen zien tussen Nederland en haar buurlanden.

Welke factor speelt bij het verklaren van deze verschillen een belangrijke rol?
A
De vrij grote omvang van de groep allochtonen in Nederland.
B
Het vrij grote aantal Nederlanders dat in deze periode is geëmigreerd.
C
Het vrij hoge geboortecijfer in Nederland in deze periode.

Slide 10 - Quizvraag

In 2010 was de groep mannen en vrouwen rond de 40 jaar relatief groot.

Waar hangt dat mee samen?
A
Dit hangt samen met de groep Nederlanders die geboren zijn tijdens de geboortegolf na 1945.
B
Dit hangt samen met de immigratie uit Turkije en Marokko na 1970.
C
Dit hangt samen met de stijging van de welvaart in Nederland na 1960.

Slide 11 - Quizvraag