(2m) H1 Bronnen: verkeer en vervoer in Nederland paragraaf 4

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H1
  • maken opdracht 3 t/m 7
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • beschrijven hoe groot de Rotterdamse
  • haven is, en wat de belangrijkste activiteiten in de haven zijn.
  • uitleggen waarom Schiphol een belangrijke luchthaven in Europa is.
  • drie nadelen geven van veel verkeer.
  •  voor- en nadelen geven van verschillende vervoermiddelen voor containers.
  • voorbeelden geven van hoe mensen hun vervoermiddel kiezen in verschillende situaties.
  • Schiphol en de haven van Rotterdam aanwijzen op de kaart.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning:
  • Nakijken
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 4 H1
  • maken opdracht 3 t/m 7
  • nabespreken paragraaf 4
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • beschrijven hoe groot de Rotterdamse
  • haven is, en wat de belangrijkste activiteiten in de haven zijn.
  • uitleggen waarom Schiphol een belangrijke luchthaven in Europa is.
  • drie nadelen geven van veel verkeer.
  •  voor- en nadelen geven van verschillende vervoermiddelen voor containers.
  • voorbeelden geven van hoe mensen hun vervoermiddel kiezen in verschillende situaties.
  • Schiphol en de haven van Rotterdam aanwijzen op de kaart.

Slide 1 - Tekstslide

nakijken

Slide 2 - Tekstslide

 1.1 De Nederlandse landbouw

Hoofdstuk 1: Made in The Netherlands
1.2 De Nederandse industrie
1.3 Diensten


1.4 Bronnen: Verkeer en vervoer in Nederland


Deelvraag = Hoe zien verkeer en vervoer in Nederland eruit?

Slide 3 - Tekstslide

Benodigde voorkennis 
Je weet wat de rol van de Rotterdamse haven is
Je weet wat een mainport is
Je weet
Je weet
De grootste haven van Europa en een knooppunt voor goederen van en naar Europa.
knooppunt in transportroutes tussen werelddelen.

Slide 4 - Tekstslide

Mainport: Rotterdamse haven
Mainport: Schiphol

Slide 5 - Tekstslide

Mainport Rotterdam
Wat is een mainport?

Mainport: knooppunt in transportroutes tussen werelddelen.


Slide 6 - Tekstslide

Haven Rotterdam
  • Ligging aan de (brede, trage) rivieren
  • Makkelijk vanaf de Noordzee bereikbaar
  • Centraal in Europa voor zeevaart:
  • Duitsland, Frankrijk en Engeland
        zijn makkelijk bereikbaar
  • Vanaf de haven kunnen goederen ook makkelijk over land Europa in vervoerd worden



Slide 7 - Tekstslide

Containers, misschien wel de beste uitvinding

  • Waarom?
  • Zelfde afmetingen
  • Op te stapelen
  • Af te sluiten
  • Inhoud beschermd
  • Onbemande systemen lossen en laden

Slide 8 - Tekstslide

Goederenoverslag in Rotterdam
Goederenoverslag: totale aan- en afvoer van goederen van en naar een ander vervoersmiddel.
Twee soorten:
Massagoederen
Stukgoederen
massagoed    Goederen die los in het ruim van een vervoermiddel worden gestort
stukgoed    Apart verpakte goederen, die in grote hoeveelheden meestal in containers worden vervoerd.

Slide 9 - Tekstslide

Unieke ligging
Drukstbevaren rivier van Europa (Rijn)

Drukstbevaren zee van de wereld (Noordzee)

Achterland is dichtbevolkt en welvarend

Slide 10 - Tekstslide

Tweede Maasvlakte

Grootste schepen ter wereld kunnen hier worden geladen en gelost.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Olie
Olie in de Rotterdamse haven:
1 Supertanker met ruwe olie komt aan.
2 Bewerking ruwe olie (= raffinage) in de haven benzine, andere producten. 
 3 Vervoer bewerkte olie  pijpleidingen, binnenvaartschip, tankauto, trein.

Slide 13 - Tekstslide

Containers
     Ooit veel werk in de haven, nu niet meer door: mechanisatie
     VB: computergestuurd lossen en laden van containers. 
Overslag = het overladen van goederen van het ene op het andere vervoermiddel.

Slide 14 - Tekstslide

Mainport Schiphol

Slide 15 - Tekstslide

Belangrijk
Omdat Schiphol goede voorzieningen en verbindingen heeft, willen grote bedrijven er graag in de buurt zitten.

Slide 16 - Tekstslide

Verdeelcentrum
40% van de reizigers op Schiphol is op doorreis.

Europees verdeelcentrum.


Slide 17 - Tekstslide

24 uur per dag
Op Schiphol gaat het leven 24 uur per dag door.

Schiphol is een stad zonder inwoners.

Veel voorzieningen.
voorziening    Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of een dienst te halen, die je nodig hebt om prettig te kunnen leven.

Slide 18 - Tekstslide

Twee factoren invloed toekomst van schiphol
  1. Er is veel concurrentie voor Schiphol
  2. Mensen vinden dat Schiphol overlast veroorzaakt

Slide 19 - Tekstslide

Nadelen van veel verkeer
  • Verkeer loopt vast 
  • Volle treinen
  • Vertragingen op de luchthavens
  • Vervuiling (CO2) 

Slide 20 - Tekstslide

zelfstandig werken
lezen paragraaf 4 H1 massagoed, containers, Schiphol, nadelen
maken opdracht 3 t/m 7
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 14/15
  • werkboek blz. 16/17/18/19
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 21 - Tekstslide

herhalen/nabespreken

Slide 22 - Tekstslide

Knooppunt in transportroutes tussen werelddelen
A
Mainport
B
Massagoederen
C
Achterland
D
Kruispunt

Slide 23 - Quizvraag

De haven van Rotterdam heeft een ...... achterland.
A
Groot
B
Klein

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste kenmerk van een mainport?
A
Het is een knooppunt in transportroutes tussen land en zee
B
Het is een verbindingslijn tussen verschillende werelddelen
C
Het is een knooppunt in transportroutes tussen werelddelen
D
Het is een punt met goede infrastructuur

Slide 25 - Quizvraag

Welke internationale factoren zorgen ervoor dat de Rotterdamse haven zo belangrijk is? (Meer antwoorden)
A
Ligging in een welvarend, dichtbevolkt gebied
B
Nederlanders bestellen steeds meer via internet
C
In de haven wordt veel werk door robots gedaan
D
Goede infrastructuur naar achterland

Slide 26 - Quizvraag

Schiphol trekt veel bedrijven aan
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
timer
1:00
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

vandaag heb ik geleerd:
timer
1:00

Slide 29 - Open vraag

vandaag vind ik nog moeilijk:
timer
1:00

Slide 30 - Open vraag