stamaoristus klas 4 en slaven

• Grieks
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Een slaaf wordt held

In deze les:

1. Bespreking regels 10-13 tekst 25A
2. Bespreking regels 1-13 tekst 25A

Maar eerst: τῷ ἐμὲ ἀποκτείναντι 

• In welke tijd staat ἀποκτείναντι?
• Antwoord: aoristus!
• ἀποκτείναντι komt van ἀποκτεινω
• Wat is de aoristusvorm van ἀποκτεινω?
• Antwoord: ἀπεκτεινα!
• Het participium wordt dus...
• Antwoord: ἀποκτεινα! (Praesens zou ἀποκτεινων, -οντος, -οντι)

Ἀντιλέγοντος δὲ τοῦ νεανίου, πείθει αὐτὸν τοῦτο ποιῆσαι.

Ἐπειδὴ δ’ οὗτος ἀφείλετο τὴν κεφαλήν, οἱ Χῖοι αὐτῷ ἔδοσαν τὰ ἐπικηρυχθέντα χρήματα.

Καὶ θάψας τὸ σῶμα τοῦ Δριμάκου, εἰς τὴν ἰδίαν χώραν ἀπέβη ὁ νεανίας.

In deze les:

1. Bespreking regels 10-13 tekst 25A
2. Bespreking regels 1-13 tekst 25A

Welke constructies zie je staan in regel 1 en 10?

ἀφείλετο (r.11): dit woord komt van αἱρεω. Wat benadrukt het medium?

Geef de twee stam-aoristi uit regels 11-13 (in ons alfabet).

πρεσβυτερος γενομενος (r.1-2): Waarom zijn deze woorden belangrijk voor het begrip van het vervolg van de tekst?

Welke twee manieren zijn er volgens de tekst om in aanmerking te komen voor het geld dat de Chiërs hebben uitgeloofd?

Welke van de twee kiest Drimakos?