3.4 van tabel naar formule

planning

  • Korte terugblik
  • Huiswerk controle
  • Uitleg nieuwe stof paragraaf 3.3
  • Oefenen
  • Afsluiten
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

planning

  • Korte terugblik
  • Huiswerk controle
  • Uitleg nieuwe stof paragraaf 3.3
  • Oefenen
  • Afsluiten

Slide 1 - Tekstslide



Wat weet je al?

Slide 2 - Tekstslide

T in C = -3 + 0,75 x tijd in minuten

rico=>   3 : 4 = 0,75

Slide 3 - Tekstslide

T in C = 30  - 5 x tijd inuren

rico=>   -5 : 1 = -5
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert wat een toename of afname is in een tabel.
  • Je leert de begingetal te bepalen uit een tabel.
  • Je leert de richtingscoëfficiënt uit te rekenen uit een tabel.
  • Je leert een formule te maken uit een tabel.

Slide 5 - Tekstslide

3.3 - Regelmaat in tabellen

Slide 6 - Tekstslide

Wanneer is er sprake van een regelmaat?
richtingscoëfficiënt (rico) = stijggetal of het daalgetal moet er zijn!!

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

1. Teken pijltjes
2. Schrijf de veranderingen
3. Kijk of er wel of geen rico is!

Slide 9 - Tekstslide

timer
3:00

Slide 10 - Tekstslide

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 11 - Open vraag

Aan de slag

Maken 28, 29 en 31 blz. 137
timer
8:00

Slide 12 - Tekstslide

Effe checken

Slide 13 - Tekstslide


A
regelmatige afname
B
regelmatige toename
C
geen regelmaat

Slide 14 - Quizvraag

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's
Het stijggetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 15 - Quizvraag

Huurprijs in € = 18 + 4t
Het begingetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 16 - Quizvraag

Huurprijs in € = 18 + 4t
Het stijggetal is:
A
18
B
4
C
Huurprijs in €
D
t

Slide 17 - Quizvraag

Kosten in € = 2,50 + 0,25 x aantal foto's
Het begingetal is:
A
2,50
B
0,25
C
Kosten in €
D
Aantal foto's

Slide 18 - Quizvraag

Welke variabelen zitten er in de formule:

Kosten in euro = 34 + 6,75 x aantal in uren
A
euro en uren
B
kosten in euro
C
kosten en aantal
D
aantal in uren

Slide 19 - Quizvraag

In welke tabellen vind je regelmaat? 

Slide 20 - Tekstslide

Welkom
Paragraaf 3.4 van tabel naar formule

Leg bladzijde 134 voor je open!

Slide 21 - Tekstslide

kosten in €
10
a
3

Slide 22 - Tekstslide

3.4 - Formule bij een tabel maken
  • Kijk welke variabelen er in de tabel staan. 
  • Onderste variabel in tabel  = y-variabel en  staat links van het = teken,
  • Bovenste variabel in tabel  = x-variabel en staat aan de linkerkant van het = teken.
  • De richtingscoëfficiënt vind je door naar de regelmaat te kijken.
  • Het begingetal vind je door onder de 0 te kijken in de tabel.
  • Vergeet niet bij een letterformule de variabelen te verklaren

Slide 23 - Tekstslide

Uitleg theorie

Slide 24 - Tekstslide

Formule bij een tabel maken

Hoe maak je een formule bij de tabel hiernaast?


Stap 1: Bereken de richtingscoëfficiënt.( toename onder: toename boven)

De tijd gaat van 1 naar 3, dus dat is 2 dagen.

De hoogte gaat van 5 naar 9, dus daar komt 4 cm bij.

De r.c. is dan  4 : 2 =

Stap 2: Bereken het begingetal.

Het begin getal is aan het begin, dus als de tijd  t op 0 nul staat.

Na 1 dag is de hoogte 5 cm, dus dan is de hoogte aan het begin 5 - 2 = 3

Stap 3: Schrijf nu de formule op

H = 3 + 2t                                                                          controle: Na 6 dagen is de hoogte 3 + 2 x 6 = 15 cm!

Slide 25 - Tekstslide


Hoort deze tabel bij een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee
C
geen idee
D
Geen van allen

Slide 26 - Quizvraag


wat is het startgetal van deze tabel ?
A
1
B
45
C
55
D
geen idee

Slide 27 - Quizvraag


wat is de lineaire formule bij deze tabel ?
A
aantal = 10 + 2 x bedrag
B
bedrag = 10 + 2 x aantal
C
10 + 2 x aantal
D
geen idee

Slide 28 - Quizvraag


wat is het startgetal van deze tabel ?
A
0
B
5
C
15
D
geen idee

Slide 29 - Quizvraag


wat is de r.c. van deze tabel ?
A
-5
B
0
C
1
D
5

Slide 30 - Quizvraag


Welke lineaire formule hoort deze tabel?
A
aantal = - 5 x bedrag
B
aantal= -5 + 15 x bedrag
C
bedrag = - 5 x aantal
D
bedrag = 15 - 5 x aantal

Slide 31 - Quizvraag


Hoort deze tabel bij een lineaire grafiek?
A
ja
B
nee
C
geen idee
D
Geen van allen

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Terugblik 3.3 / 3.4:     regelmaat en r.c.
  • Zit er regelmaat in de tabel hiernaast?
     Om dit beter te kunnen zien,
     gebruiken we de deling:
Toename onder : toename boven
  • Elke keer hetzelfde antwoord? 
      Ja, uitkomst is de r.c. (richtingscoëfficiënt)
      En spreken we van een lineair verband.
  • We maken de formule:
    variabele onder in de tabel = begingetal + r.c. x variabele boven in de tabel

Slide 34 - Tekstslide