§5.4 Thermolyse in de chemische industrie. §5.6 Thermoplasten en thermoharders

§5.4 Thermolyse in de chemische industrie
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

§5.4 Thermolyse in de chemische industrie

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Bij een ontledingsreactie gaan moleculen kapot
A
waar
B
niet waar

Slide 3 - Quizvraag

Bij een ontledingsreactie gaan atomen kapot
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

Roesten van een oude fiets is een ...
A
Fase-overgang
B
ontledingsreactie
C
Vormingsreactie
D
extractie

Slide 5 - Quizvraag

Welke van de onderstaande reactiesoorten is geen ontledingsreactie?
A
Fotosynthese
B
Fotolyse
C
Elektrolyse
D
Thermolyse

Slide 6 - Quizvraag

Welke van de volgende reacties is een ontledingsreactie?
A
benzine(g) + zuurstof(g) -> koolstofdioxide(g) + water(g)
B
water(l) -> waterstof(g) + zuurstof(g)
C
magnesium(s) + zuurstof(g) -> magnesiumoxide(s)
D
waterstof(g) + zuurstof(g) -> water(g)

Slide 7 - Quizvraag

Welke van de volgende reactie is geen ontledingsreactie
A
Thermolyse
B
Verbranding
C
Electrolyse
D
Fotolyse

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

thermolyse
ontleding door warmte te gebruiken.

Bijvoorbeeld: kraken

Slide 10 - Tekstslide

Destileren van aardolie

Slide 11 - Tekstslide

olieraffinaderij
  • destillatie van de koolwaterstofverbindingen
  • de afgetapte vloeistoffen noem je fracties
  • fracties met het laagste kookpunt vind je bovenin 
  • voor sommige eindproducten moet je eerst "kraken"(= ontleding, dit kan thermisch of katalytisch)

Slide 12 - Tekstslide

  • Door hoge temperaturen en druk worden lange kleiner gemaakt. 
  • Er ontstaat een alkaan en een alkeen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

praktijk hoogovens:

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Kraken 1

Slide 19 - Tekstslide

Kraken 2

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Bij het kraken van C₁₁H₂₄ ontstaat pentaan (C₅H₁₂) en nog één ander molecuul.
Wat is de formule van dit andere molecuul?
A
C₆H₁₀
B
C₆H₁₂
C
C₆H₁4
D
C₆H₁₉

Slide 23 - Quizvraag

Wat voor type reactie is kraken?
A
Een verbrandingsreactie
B
Een vormingsreactie
C
Een ontledingsreactie
D
Een fase-overgang

Slide 24 - Quizvraag

2 C₆H₁₄ + 13 O₂--> 12 CO + 14 H₂O
Wat voor soort reactie is dit?
A
Verbranding
B
Ontleding
C
Vorming
D
Onvolledige verbranding

Slide 25 - Quizvraag

thermoplast
  • lange losse moleculen
  • moleculen komen los van elkaar bij verwarmen
  • thermoplast vervormt bij verwarmen--> je kunt ze in een mal spuiten

Slide 26 - Tekstslide

thermoharder
  • tussen de lange moleculen zitten dwarsverbindingen
  • smelt niet bij verhitten maar ontleedt--> wordt zwart door de C atomen
  • zijn hard en breken daardoor sneller, weinig toegepast (b.v.  steel van koekepan, hard campingservies)

Slide 27 - Tekstslide

nadelen kunststoffen
  • ze zijn niet of nauwelijks afbreekbaar en veroorzaken daardoor veel problemen zoals de plastic soep en sterfte van dieren
  • bij verbranden komen  vaak giftige stoffen vrij
  • alleen de  bio-afbreekbare polymeren en de synthetisch(door licht,water of micro-organisme) doen dit niet. 

Slide 28 - Tekstslide

Effecten verbranding van fossiele brandstoffen
  • meer H2O en  CO2  in dampkring.
  • gemiddelde temperatuur stijgt
  • verandering klimaat: sommige plekken droger andere plekken juist vochtiger
  • smelten poolijs en  stijging waterspiegel
  • uitsterven dieren en planten en  meer kans op epidemie

Slide 29 - Tekstslide

Je hebt 55 gram HCl
Hoeveel gram  H2O ontstaat er dan?
De molverhouding
…….……..………… : ….……..……
….……..…… : ….……..……
1 mol ....... = ….……..……g
Dus ….……..…… : ….……..……= ….……..……mol ......

Dus er is ….……..…… ∙ ….……..…… = ….……..…… mol ........
 1 mol ......... = ….……..……g
 Dus er is ….……..…… ∙ ….……..…… = ….……..…… .......... gevormd

Slide 30 - Tekstslide

Je hebt 60 gram NH3
Hoeveel gram water ontstaat er dan?
De molverhouding
…….……..………… : ….……..……
….……..…… : ….……..……
1 mol ....... = ….……..……g
Dus ….……..…… : ….……..……= ….……..……mol ......

Dus er is ….……..…… ∙ ….……..…… = ….……..…… mol ........
 1 mol ......... = ….……..……g
 Dus er is ….……..…… ∙ ….……..…… = ….……..…… .......... gevormd

Slide 31 - Tekstslide

Je hebt 25 gram zuurstof
Hoeveel gram water ontstaat er dan?

Slide 32 - Tekstslide

Huiswerk voor
Opdrachten 29 t/m 35
lezen blz 192 Thermoplasten en thermoharders

Slide 33 - Tekstslide