1. Vanaf 200 schrijf je honderdtallen aan elkaar in één woord:
doscientos, trescientos, etc.. (altijd meervoud)
2. Bij de honderdtallen zijn er 3 afwijkingen in spelling:
500 = QUINIENTOS
700 = SETECIENTOS
900 = NOVECIENTOS
3. Honderdtallen zowel mannelijke en vrouwelijke vorm afhankelijk van het zelfstandig nmw
cuatrocientos euros
cuatrocientas personas
Slide 4 - Tekstslide
Los números 100-1000
Tussen honderdtallen en tientallen géén "y"!
Alleen "y" tussen tientallen & eenheden
Dus!
55 = cincuenta y cinco 155 =ciento cincuenta y cinco
110 = ciento diez 902 = novecientos dos
Slide 5 - Tekstslide
Los números
Slide 6 - Tekstslide
MP TB p. 33
3 Datos de la empresa
a Vul de ontbrekende getallen in.
b Luister en vul de getallen in.
Slide 7 - Tekstslide
Estar
Estar wordt gebruikt bij plaatsbepaalingen. Bijv. ik ben in Nederland. Eigenlijk zeg je dan, ik bevind mij in Nederland. Zodra je het werkwoord 'zijn' kan vervangen door 'bevinden' dan weet je dat je estar moet gebrijken.