Een persoonlijk voornaamwoord gebruiken we in plaats van een zelfstandig naamwoord (een persoon, een dier, of een ding)
The girl is walking - she is walking
The boy is walking - he is walking
The laptop is broken - it is broken
The cat is walking - it is walking (LET OP! Dit geldt alleen voor ENKELVOUD. Dieren in MEERVOUD krijgen een normaal persoonlijk voornaamwoord!)
The monkeys are playing - they are playing
The students are working hard - they are working hard
Anna and I are talking - we are talking