1. März 2024 / Kapitel 5 Essen /Wortschatz

Startaufgabe

1 Was bedeutet 'schnurren'?
2 Bilde einen Satz (zin) mit 'schnurren'
timer
3:00
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startaufgabe

1 Was bedeutet 'schnurren'?
2 Bilde einen Satz (zin) mit 'schnurren'
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Gemacht Kapitel 5
- Die Aufgaben 4 und 5 zu B Wortschatz
- Die Aufgaben zu E Grammatik Kapitel 4
- Oefentoets Kapitel 4
Gelernt
- Wortschatz N-D bis zu 'de rekening'
- Wortschatz D-N Teil A




































Gemacht worden von:
Oefentoets: Enes, Narin, Femke, Wan Si, Micha, Carinne, Lieke, Dylan, Luuk O,  Celine, Nikki, 
Grammatik E: Carinne, Femke, 
Aufgaben 4 und 5: Carinne, Lieke
Zoë en Luuk half

Slide 2 - Tekstslide

Lernziele

  • je weet wat je gaat leren in Hoofdstuk 5
  • je kunt enkele woorden benoemen die betrekking hebben op eten.
Programm
  • oefenen spreekvaardigheidstoets in groepjes
  • Idiomspiel
  • opzoeken leerdoelen hoofdstuk 5

Slide 3 - Tekstslide

Idiomspiel
Gruppenarbeit


Slide 4 - Tekstslide

Idiomspiel

- er volgt een beschrijving van een woord in het Duits, daarna een plaatje

- Noteer het Duitse woord met juiste lidwoord op je blaadje

- aan het eind blaadje nakijken van een andere groep



Puntentelling

1 punt per correct geschreven antwoord
1/2 punt bij één spellingsfout

1/2 punt bij verkeerd lidwoord



Slide 5 - Tekstslide

Es ist ein warmes Getränk.
Man kann es schwarz trinken, aber auch mit Zucker und/oder Milch

Slide 6 - Tekstslide

1

Slide 7 - Tekstslide

Es ist Besteck.
Man isst damit zum Beispiel Suppe.

Slide 8 - Tekstslide

2

Slide 9 - Tekstslide

Es ist ein frisches Getränk ohne Gas.
Es wird von Obst (fruit) gemacht.
Es ist orange.

Slide 10 - Tekstslide

3

Slide 11 - Tekstslide

Es wird nach dem Hauptgericht gegessen und ist meistens süß.

Slide 12 - Tekstslide

4

Slide 13 - Tekstslide

5
Das gibt es in restaurants.
Hier kann man die Speisen und Getränke und die Preise lesen und sich etwas auswählen.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide


1 de koffie
2 de lepel
3 de sinaasappelsap
4 het toetje
5 de menukaart



1 der Kaffee
2 der Löffel
3 der Orangensaft
4 der Nachtisch
5 die Speisekarte

Slide 16 - Tekstslide

Oefenen spreekvaardigheidstoets
Hoe: 
in groepjes om de beurt elkaar een vraag stellen
Antwoorden in hele zinnen
Reacties geven
Hilfsmittel: document voorbereiding spreekvaardigheidstoets
timer
10:00

Slide 17 - Tekstslide

Aufgabe
Ga naar Kapitel 5
Zoek de 'Lernziele' op en noteer wat je in dit hoofdstuk gaat leren.
Bedenk een opdracht (in je groepje) hoe jullie dit hoofdstuk zouden willen afronden.
timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

An die Arbeit

  • Mache die Aufgaben 6 und 8 zu B Wortschatz


Fertig?

  • Mache die Aufgaben zu B weiter
  • Ga slim stampen
  • Mache die Aufgaben zu E Grammatik Kapitel 4
  • Mache den Probetest zu Kapitel 4 (=oefentoets) 

Slide 19 - Tekstslide

die Hausaufgaben
Gemacht Kapitel 5
· Die Aufgaben 4, 5, 6 und 8 zu B Wortschatz
· Die Aufgaben zu E Grammatik Kapitel 4
· Oefentoets Kapitel 4
Gelernt
· Wortschatz N-D bis zu 'de schnitzel'
· Wortschatz D-N Teil A und B


















































Slide 20 - Tekstslide