Lesson 2.10 21 nov

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

 Today

• Check reading text

• Quizlet about vocabulary unit 2?

• Extra grammar practice:

       -  Time & dates

• Translate the sentences

• Work on crossword puzzle

Check homework 

Saved by a bully

reading text

Days and dates

Hoe zeg/schrijf je een datum in het Engels?

the + rangtelwoord + of + maand

the twenty-first of October

21 oktober:

9 maart:

the ninth of March

Days and dates

of ...

maand + the + rangtelwoord

July the third

3 juli:

16 mei:

May the sixteenth

zondag 6 juni

20 over 4

maandag 21 februari

half 6

woensdag 3 mei

kwart voor 2

Translate

1.  Hebben zij geluk met die zitplaatsen van hen?

2. Luister! Die muzikant speelt drums.

3. Kan je zaterdag niet naar dat feestje gaan?

4. Op het moment kijkt onze docent onze toetsen niet na.

Translate

1.  Are they lucky with those seats of theirs? 

2. Listen! That musician is playing the drums.

3. Can't you go to that party Saturday?

4. Our teacher isn't checking our tests at the

     moment.