Klimaatverdrag van Parijs
-
een langetermijndoelstelling – de regeringen besluiten om de gemiddelde temperatuurstijging op aarde te beperken tot aanzienlijk minder dan 2° C, en om inspanningen te leveren voor een beperking tot 1,5° C
-
bijdragen – vóór en tijdens de conferentie van Parijs dienen landen nationale klimaatactieplannen in om hun uitstoot te beperken
- ambitie – de regeringen besluiten hun actieplannen om de 5 jaar bekend te maken, met steeds ambitieuzere streefcijfers
- transparantie – de regeringen komen overeen om, met het oog op transparantie en controle, aan elkaar en aan het grote publiek verslag uit te brengen over hoe het staat met het halen van hun streefcijfers
- solidariteit – kwetsbare landen financieel blijven helpen bij het terugdringen van de uitstoot en het opbouwen van weerbaarheid tegen de effecten van klimaatverandering