1 a long – plus long que – le plus long
b beau / joli – plus beau / joli que – le plus beau / joli
c poli – plus poli que – le plus poli
2 a A: sympathique staat niet in het rijtje van bon beau joli
b B: gros staat WEL in die lijst met bijvoeglijke naamwoorden die voor het zelfstandig naamwoord komen (het rijtje van bon beau joli)
c A: dangereux staat niet in het rijtje van bon beau joli
3 In zin 1 gaat het om een bvnw(vrouwelijk enkelvoud) en in zin 2 om een bijwoord. Voor een bijwoord gebruik je altijd le.
4 a meilleure
b meilleure
c le mieux
5 a aussi sympa que d aussi lentement que
b moins sympa que e moins lentement que
c le moins sympa f le moins lentement