Voltooid deelwoord kader 3

Welkom
Ga rustig zitten
Pak je boek en schrift
Ga naar blz. 78/79 in je boek


1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Ga rustig zitten
Pak je boek en schrift
Ga naar blz. 78/79 in je boek


Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
  • Resultaten filmopdracht
  • Uitleg voltooid deelwoord
  • Controleren huiswerk
  •  Zelfstandig aan het werk
  • Nieuwsquiz

Slide 2 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Hoofdstuk 3, blz. 78/79
Aan het eind van deze lessen kun je:
  • het voltooid deelwoord goed spellen
  • persoonsvormen en voltooide deelwoorden die hetzelfde klinken goed spellen

Slide 3 - Tekstslide

Een voltooid deelwoord begint meestal met GE
  • Het voltooid deelwoord is naast de persoonsvorm (pv) één van de werkwoorden die in een zin kunnen staan. 
  • De pv in die zin is meestal een vorm van HEBBEN, ZIJN of WORDEN

Slide 4 - Tekstslide

Lastige werkwoorden
Werkwoorden die met ge-, her-, ver-, ont-, be-, over- zijn lastig.

Voor voltooid deelwoorden met deze werkwoorden, komt geen ge
Als het een voltooid deelwoord is, staat er altijd een ander werkwoord in de zin als PV. 


Slide 5 - Tekstslide

voltooid deelwoord
ik heb gelopen
ik word opgemaakt
ik ben geslaagd
ik had gezien
ik werd geholpen
ik was ontdekt 

Slide 6 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt meestal op -en.

Bijvoorbeeld: 
zwemmen - gezwommen
kruipen - gekropen
lopen - gelopen

Slide 7 - Tekstslide

Het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op een T of een D

Slide 8 - Tekstslide

Om te weten of het een 
T of een D is
doe je de verlengproef. Zet er een E achter...
Ik ben verhuisD (e)
ik heb gewerkT (e)
Óf
Gebruik 't ex-kofschip
Laatste letter stam erin, dan plus T laatste letter stam er niet in dan plus D

Slide 9 - Tekstslide

Lastige werkwoorden
Deze beginnen met ge-, ver-, be-, ont-, her-, of over-. 
Geen ge- ervoor in de voltooide tijd
Klinken in de pv hetzelfde als het vd
Hierbij moet je goed bekijken of er al een pv in de zin staat. 
Is dit niet het geval, dan wordt het werkwoord de pv
Is dit wel het geval, dan wordt het werkwoord het vd


Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld
Werkwoord: verhuizen
Noa .................. morgen naar Almere
Noa is gisteren .................... naar Almere

Slide 11 - Tekstslide

Voorbeeld
Werkwoord: verhuizen
Noa verhuist morgen naar Almere
Noa is gisteren verhuisd naar Almere

Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Ik heb (FIETSEN)

Slide 13 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Ik heb (BEKENNEN)

Slide 14 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Ik ben (ONTDEKKEN)

Slide 15 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Ik word (BEKIJKEN)

Slide 16 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Het boek is (SCHRIJVEN)

Slide 17 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Ik ben (slagen)

Slide 18 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct.
Ik ben (SLAAN)

Slide 19 - Open vraag

Let op: Schrijf nu de persoonsvorm correct
Pieter (beloven) beterschap

Slide 20 - Open vraag

Schrijf het voltooid deelwoord correct
Ik heb (beloven)

Slide 21 - Open vraag

Aan de slag!
  • Hoofdstuk 3, blz. 78/79, voltooid deelwoord
  • Maak alle opdrachten
  • Ben je klaar, vraag dan het antwoordboekje, controleer en verbeter je antwoorden
  • Heb je een vraag, steek dan je vinger op
  • Ben je klaar, dan mag je iets voor jezelf doen

Slide 22 - Tekstslide

nu ga je schrijven...
in de ik vorm 
de pv in de TT [spatie] pv in de VT [spatie] voltooid deelwoord

Slide 23 - Tekstslide

WERKEN
ik ..TT.. [spatie] ik ..VT.. [spatie] ik heb/ben/word..VD..

Slide 24 - Open vraag

ANTWOORDEN
ik TT VT VD

Slide 25 - Open vraag

LOPEN
TT VT VD

Slide 26 - Open vraag

INFORMEREN
TT VT VD

Slide 27 - Open vraag

KOKEN
TT VT VD

Slide 28 - Open vraag

KOPEN
TT VT VD

Slide 29 - Open vraag

RADEN
TT VT VD

Slide 30 - Open vraag

interrumperen

Slide 31 - Open vraag