2.4 Verzekeren, hoezo?
1 / 24
Lesduur is: 80 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Video
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waar denk jij aan bij 'Verzekeren?'
Slide 6 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Waarom zou je verzekeren?
Slide 8 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie is de Verzekerde?
A
Degene die de verzekering afsluit (loopt schade op).
B
Verzekeringsmaatschappij (betaald bij schade).
Slide 9 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Wie is de Verzekeraar?
A
Degene die de verzekering afsluit (loopt schade op).
B
Verzekeringsmaatschappij (betaald bij schade).
Slide 10 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Vragen om te stellen:
- Hoe zou een verzekeraar de prijs voor een verzekering bepalen?
- Waarvoor zou je allemaal een verzekering kunnen afsluiten?
- En hebben al die verschillende dingen dezelfde waarde?
- En zouden sommige dingen sneller kapot gaan dan andere?
- Hoe zou je dat dan kunnen omschrijven?
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Polis & Premie
Bedrag dat je voor een verzekering moet betalen.
Het bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten.
Premie
Polis
Slide 14 - Sleepvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 15 - Tekstslide
Vragen om te stellen:
- Wie ontvangt de polis van wie?
- Wat staat er in de polisvoorwaarden?
Slide 16 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Voor welk huis zou jij (de verzekerde) méér premie moeten betalen?
A
Huis met rieten dak
B
Huis met dakpannen
Slide 17 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 18 - Tekstslide
- Waarom zou je een verzekering met een eigen risico minder premie betalen?
- Wat waren ook alweer de twee dingen die invloed hadden op de prijs van een verzekering? 1. De kans op schade en 2. de hoogte van het bedrag (bij schade).
- Doordat de hoogte van het bedrag bij schade lager is geworden, past de verzekeraar de premie aan.
Je hebt € 1.000,- schade en je eigen risico is € 250,-.
Hoeveel betaald de verzekerde?
Hoeveel betaald de verzekerde?
A
€ 1.000,-
B
€ 750,-
C
€ 250,-
D
€ 1.250,-
Slide 19 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Je hebt € 1.000,- schade en je eigen risico is € 250,-.
Hoeveel betaald de verzekeraar?
Hoeveel betaald de verzekeraar?
A
€ 1.000,-
B
€ 750,-
C
€ 250,-
D
€ 1.250,-
Slide 20 - Quizvraag
Deze slide heeft geen instructies
Slide 21 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 22 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 23 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 24 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
