Reisen - mal anders!

Reisen - mal anders!
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Reisen - mal anders!

Slide 1 - Tekstslide

Van welke vervoersmiddelen maak jij wel eens gebruik?

Slide 2 - Woordweb

Hoe ga jij naar school?
(grootste deel van de reis)
lopen
fiets
tram / metro / bus
auto
anders

Slide 3 - Poll

Zur Schule in Deutschland
Viele Schüler(innen) kommen mit dem Schulbus zur Schule. Die Schule ist meist weit weg oder den Weg zur Schule ist gefährlich.

Slide 4 - Tekstslide

Zur Schule in Deutschland

Slide 5 - Tekstslide

Alberschwende

Slide 6 - Tekstslide

Die Kinder vom Bauernhof in Alberschwende haben einen besonderen Schulweg. Nach dem Video [2:06] beantwortest du folgende Fragen:
  1. Wie weit liegt der Bauernhof von der Schule entfent?
  2. Wofür wurde der Seilbahn ursprünglich gebraucht?
  3. Wie lange dauert es, bis die Kinder im Dorfzentrum sind?
  4. Was machen die Kinder im Seilbahn?

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Wie weit liegt der Bauernhof von der Schule entfernt?
A
20 KM
B
3 KM
C
2 KM
D
30 KM

Slide 9 - Quizvraag

Wofür wurde der Seilbahn ursprünglich gebraucht?
A
Milch
B
Tiere
C
Futter
D
Menschen

Slide 10 - Quizvraag

Wie lange dauert es, bis die Kinder im Dorfzentrum sind?
A
8 Minuten
B
10 Minuten
C
12 Minuten
D
14 Minuten

Slide 11 - Quizvraag

Was machen die Kinder im Seilbahn?
A
nichts
B
auf dem Handy
C
lernen für Prüfungen
D
lesen

Slide 12 - Quizvraag

Der Glacier Express

Slide 13 - Tekstslide

Der langsamste Schnellzug der Welt
Der Glacier Express ist der bekannteste Schnellzug der Schweiz – und zugleich der langsamste der Welt. Er verbindet die Orte St. Moritz und Zermatt und durchquert dabei drei Kantone: Graubünden, Uri und Wallis. Für die knapp 350 Kilometer braucht er fast acht Stunden! Obwohl die Fahrt so lange dauert, gibt es keine schönere Art, durch die Schweiz zu reisen. Man überquert 291 Brücken, fährt durch 91 Tunnel und hat einen atemberaubenden Blick aufs Matterhorn. Seinen Namen trägt der Glacier Express übrigens, weil man während der Fahrt einen grandiosen Ausblick auf das ewige Eis der Schweizer Gletscher hat.

Slide 14 - Tekstslide

Vragen over een tekst beantwoorden
  1. Wat is het onderwerp?
  2. Weet ik er al wat van?
  3. De vraag lezen én begrijpen
  4. Waar staat het antwoord in de tekst?
  5. Check! Staat daar wat ik denk? Geeft het echt antwoord op de vraag?
  6. In eigen woorden antwoord geven: uitleggen als aan een kind 

Slide 15 - Tekstslide

Tips & trucs!
1. omcirkel of onderstreep belangrijke dingen in de vraag
2. markeer in de tekst de zin waar het antwoord staat + noteer in de kantlijn het nummer van de vraag
3. schrijf woorden die je hebt vertaald (opgezocht) erbij in de tekst/bij de vraag
5. lees je eigen antwoord aan het eind nog eens terug: is het écht duidelijk geformuleerd?
4. niet alles is belangrijk, je hoeft niet alles te vertalen!

Slide 16 - Tekstslide

1. Was ist das besondere am Glacier Express? (+ markeer in de tekst!)

Slide 17 - Open vraag

2. Warum, glaubst du, dauert es so lange, die 350-Kilometer-Strecke zurückzulegen? (eigen antwoord)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

extra vraag:
Warum heißt dieser Zug der 'Glacier Express'?

Slide 20 - Open vraag

Upload hier de foto van Aufgabe 14

Slide 21 - Open vraag

Die verrücktesten Schulwege Deutschlands

  • Machen: Aufgabe 12, S.102-104
  • Pas de 5 tips & trucs toe
  • Fotografeer je werk (tekst + vragen)

Slide 22 - Tekstslide

Nakijken!
  • Antwoorden nakijken - had je het correct?
  • Waar in de tekst stond het antwoord?
  • Welke woorden/zinnen waren erg belangrijk (sleutelwoorden)?

Slide 23 - Tekstslide

Vraag 1 - welches Wort passt in die Lücke?
A
kurzen
B
gefährlichen
C
ungewöhnlichen

Slide 24 - Quizvraag

Waarom past dit antwoord het beste?

Slide 25 - Open vraag

2. Welches Wort passt in die Lücke?
A
kalt
B
neblig
C
sonnig

Slide 26 - Quizvraag

Waarom past dit woord het beste?

Slide 27 - Open vraag

3. Wie viele Gründe gibt Sophia an?
A
1
B
2
C
3

Slide 28 - Quizvraag

Welke redenen zijn dat? Vat kort in het Nederlands samen.

Slide 29 - Open vraag

4. Welche Behauptung über Sophia stimmt?
A
Sophias Bruder fährt sie...
B
Sophia ist noch nie...
C
Sophia ist selbst schon...

Slide 30 - Quizvraag

Uit welke zin blijkt dat? Geef het nummer van de regel + eerste en laatste woord van die zin.

Slide 31 - Open vraag

5. Welches Wort passt in die Lücke?
A
aber
B
und
C
weil

Slide 32 - Quizvraag

Leg uit waarom 'weil' het beste past.

Slide 33 - Open vraag

6. Leg uit wat Linus en Lina kunnen doen als ze in de sneeuw vast komen te zitten.

Slide 34 - Open vraag

Uit welke zin blijkt dat? Geef het nummer van de regel + eerste en laatste woord van die zin.

Slide 35 - Open vraag

7. Welches Wort passt in die Lücke?
A
auf dem Berg
B
auf der Insel
C
im Dorf

Slide 36 - Quizvraag

Waarom past dat woord het beste?

Slide 37 - Open vraag

8. Wo auf dem Boot muss Zeyda sitzen?
A
draußen
B
drinnen

Slide 38 - Quizvraag

Uit welke zin blijkt dat? Geef het nummer van de regel + eerste en laatste woord van die zin.

Slide 39 - Open vraag

9. Wie lange muss Zeyda warten wenn sie die Fähre verpasst hat?
A
eine halbe Stunde
B
eine Schulstunde
C
zwei Stunden

Slide 40 - Quizvraag

Uit welke zin blijkt dat? Geef het nummer van de regel + eerste en laatste woord van die zin.

Slide 41 - Open vraag

Hoe vond je deze opdracht?
Goed, was echt makkelijk
Best oké, vond het lastig
Niet zo goed, was lastig
niet goed, ik snap echt niks van lezen
anders

Slide 42 - Poll

Slide 43 - Tekstslide