Examen Lezen en Luisteren

Examen Lezen en Luisteren
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Examen Lezen en Luisteren

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag
Voorbereiding Centraal examen Lezen en Luisteren

Lesdoel
Ophalen theorie Lezen 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is het examen Nederlands Lezen en Luisteren?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Examen Lezen en luisteren
  • Je hebt 120 minuten de tijd.
  • Je zorgt dat je 15 minuten van tevoren aanwezig bent. 
  • Je hebt je ID-bewijs bij je en je weet je inloggegevens.
  • Je krijgt leesteksten en kijk- en luisterfragmenten. Volgorde mag je zelf bepalen.
  • Alles is meerkeuze.
  • Er is een aantal hulpmiddelen die je kan inzetten. Zoals pen, papier en woordenboek
  • Oefenen op  oefenen.facet.onl

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van alles en nog wat

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdgedachte
Hoofd

gedachte
= belangrijk
= wat de schrijver denkt
Dus: het belangrijkste wat de schrijver zegt over het onderwerp in één zin samengevat. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Onderwerp: kenmerken
  • Verkennend lezen
  • Het onderwerp staat vaak in de titel en inleiding
  • Zo kort mogelijk
  • Je vindt het onderwerp met behulp van de volgende vraag:
    waar gaat de hele tekst over?

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je wilt een eerste indruk van de tekst opdoen en het onderwerp bepalen. Hoe ga je lezen?
A
Globaal lezen
B
Zoekend lezen
C
Nauwkeurig lezen

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het onderwerp van de tekst?
Wat is het onderwerp van de tekst?
A
gevonden pootafdrukken van dino's
B
het Schotse eiland Skye
C
wetenschappers in Schotland
D
dino's leefden in een gezin

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Wat is de hoofdgedachte?
De hoofdgedachte is ?
A
Man vindt vogelspin in fruit, dit is vrij uniek.
B
Arnhemmer Bart van den Akker houdt van druiven.
C
Albert Heijn zegt dat er wel vaker spinnen gevonden worden in bakjes druiven.
D
De vrouw van Bart van den Akker koopt druiven.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het tekstdoel van een nieuwsbericht?
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
D
Overtuigen

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bij welke leesdoelen staat een mening centraal?
A
informeren
B
overtuigen/opiniëren
C
amuseren
D
activeren

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een kernzin?

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de kernzin?
A
Je kunt er dieren verzorgen.
B
Kortom: er is genoeg te beleven op de kinderboerderij.
C
Je kunt ze voeden, borstelen en hun stal schoonmaken.
D
Meestal is er wel een medewerker die je van alles over de dieren kan vertellen.

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstverbanden
In een tekst staan vaak verschillende verbanden. Als je de verbanden ziet, begrijp je de tekst beter.

Let op signaalwoorden. Die geven het verband aan in de tekst.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een aantal voorbeelden
Tekstverband
Signaalwoorden
Reden
daarom, omdat, namelijk
Tegenstelling
maar, echter, hoewel
Conclusie
kortom, dus
Oorzaak-gevolg
doordat, daardoor, zodat

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jan heeft zijn mbo-diploma gehaald, waardoor hij verder kan studeren.
A
Opsomming
B
Conclusie
C
Oorzaak en gevolg
D
Tegenstelling

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kortom, we winnen deze wedstrijd wel.
A
Tegenstelling
B
Reden
C
Conclusie
D
Voorbeeld

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Maar= tegenstelling
Zo= voorbeeld
Ook= opsomming
Waardoor=gevolg
Daarnaast= opsomming
Tekstverbanden. In een examen wordt vaak gevraagd naar tekstverbanden
A
Tussen woorden
B
Tussen zinnen
C
Tussen alinea's
D
Wisselend

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstdoelen
  • informeren
  • overtuigen
  • overhalen
  • amuseren
  • instrueren/ instructie geven

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hét moment voor alle fans van Apple en al die overige smartphonegebruikers die op zoek zijn naar het nieuwste van het nieuwste is eindelijk daar! Het Amerikaanse bedrijf heeft weer alles in het werk gesteld om ons te verrassen met strakke designs, opvallende nieuwe features en ontzettend veel kracht. Met de release van de nieuwe iPhone 12, iPhone 12 mini, iPhone 12 Pro en iPhone 12 Pro Max zet Apple de nieuwe standaard voor alles dat mogelijk is.

A
Informeren
B
Overtuigen
C
Overhalen
D
Amuseren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Tekstsoorten
  • column
  • betoog
  • krantenartikel
  • handleiding
  • gebruiksaanwijzing
  • leesboek
  • stripverhaal

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen een hoofdgedachte en onderwerp?

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Argumenteren

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
feit
B
mening
C
argument

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Objectieve argumenten zijn sterker dan subjectieve argumenten
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Argumenten herken je ook aan signaalwoorden. Wat is GEEN signaalwoord voor een argument?
A
immers
B
namelijk
C
omdat
D
dus

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een drogreden?

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

argument
drogreden
Van deze wasmachine worden je kleren zo schoon dat je ze nooit meer hoeft te wassen.
Je zou moeten stoppen met roken, dan houd je veel geld over.
Scholen moeten niet voor 11 uur open, daar is het puberbrein niet bij gebaat.
Dat weet iedereen, dat hoef ik niet uit te leggen
Fijn dat de aarde opwarmt,  dan kunnen we lekker veel zonnen
 “We moeten ook via internet onze producten gaan verkopen.” De meeste jongeren hebben een smartphone.
Veel ouderen die op een e-bike rijden hebben een ongeval gehad, dus is het rijden met een e-bike gevaarlijk.
Condooms verergeren de verspreiding van aids, want dat zegt de paus.

Slide 30 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Voorbereiden examen

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorg jij ervoor dat je je goed voorbereidt op het examen?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maken tekst 3 
Deze staat in Teams-> Kanaal Nederlands 



30 minuten
Bespreken antwoorden

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies