In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Media
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Informatie doorgeven
Als een klasgenoot je appt dat je morgen het eerste uur vrij bent, je gedag zegt tegen een vriend, of zelfs (bewust) niks zegt, noemen we dat communicatie.
Communicatie is het doorgeven van informatie
Slide 3 - Tekstslide
Bedenk drie manieren waarop jij vandaag hebt gecommuniceerd
Slide 4 - Open vraag
Een knipoog is al communicatie
Bij een gesprek, bij appjes naar een vriendin en als je lacht of zwaait, is er communicatie, omdat:
er een zender is;
je informatie gaat naar die vriendin;
er een ontvanger is, want je krijgt een appje terug;
er een middel is, namelijk je telefoon en WhatsApp.
Slide 5 - Tekstslide
Communicatie
Slide 6 - Tekstslide
Een medium
Bij communicatie is er altijd sprake van een medium. Denk aan:
je telefoon
internet
de krant
televisie / radio
De belangrijkste communicatiemiddelen samen noemen we media
Medium is een middel om mee te communiceren
Slide 7 - Tekstslide
Persoonlijk of massaal
Als je iemand spreekt hebben twee mensen contact met elkaar. Soms is er ook één zender en zijn er veel ontvangers. Dit noemen we massamedia.
Voorbeelden van massamedia:
televisie / radio
websites
boeken
billboards
Massamedia is als informatie door heel veel mensen gezien, gelezen of gehoord wordt.
Slide 8 - Tekstslide
Welke massamedia zijn er nog meer?
Slide 9 - Woordweb
Online media
Uit onderzoek blijkt dat Nederlanders elke dag wel acht uur met massamedia bezig zijn!
Die tijd besteden we bijvoorbeeld aan:
sociale media
muziek luisteren
televisie
YouTube en series kijken
Slide 10 - Tekstslide
Hoeveel uur per dag maak jij gebruik van massamedia?