L2 H3 woordenschat 2KM

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 
  • Lesboek en leesboek, schrift, pen
  • Maak de startopdracht op blz. 76 als je dit nog niet gedaan had.
  • Verzin bij alle voorvoegsels (groene blok blz. 76) een voorbeeld dat niet in je boek staat. 
timer
5:00
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 
  • Lesboek en leesboek, schrift, pen
  • Maak de startopdracht op blz. 76 als je dit nog niet gedaan had.
  • Verzin bij alle voorvoegsels (groene blok blz. 76) een voorbeeld dat niet in je boek staat. 
timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht 
  • Lesboek en leesboek, schrift, pen
  • 10 minuten lezen
timer
5:00

Slide 2 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en maak de startopdracht
Leesboek Naar de top, schrift, pen
10 minuten lezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • leesboek
  • lesboek
  • pen
  • schrift
timer
2:00

Slide 4 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Lezen
  • Theorie
  • Zelfstandig werken
  • Samenwerken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 5 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
  • Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
  • Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Slide 6 - Tekstslide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 7 - Tekstslide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Voorvoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: De heropening van de winkel was een succes. 

Een voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Slide 9 - Tekstslide

Voorvoegsels
Voorvoegsels die veel voorkomen, zijn:
non- = niet, zonder
on- = niet
mis- = verkeerd, fout
wan- = slecht, verkeerd
her- = weer, opnieuw
ex- = niet meer, van vroeger
inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Slide 10 - Tekstslide

Zelfstandig werken
Maak: opdracht 1 t/m 7 vanaf blz. 76


Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
Maak opdracht 8  of werk aan een onderdeel naar keuze in Numo


timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Rustig samenwerken

Maak: opdracht 1 t/m 7 vanaf blz. 76

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
Maak opdracht 8 of werk aan een onderdeel naar keuze in Numo









timer
5:00

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Datum:
maandag 30 januari

Maken:
Maak: opdracht 1 t/m 7 vanaf blz. 76
leren voorvoegsels betekenis



Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
  • Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
  • Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Slide 14 - Tekstslide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 15 - Tekstslide

Tot de volgende les!

Slide 16 - Tekstslide