staal toets licht
Een ander woord voor verbeteren
A
weerkaatsen
B
verblinden
C
sneuvelen
D
corrigeren
1 / 17
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Een ander woord voor verbeteren
A
weerkaatsen
B
verblinden
C
sneuvelen
D
corrigeren
Slide 1 - Quizvraag
wat is het ander woord voor absorberen
A
opzuigen
B
flakkeren
C
weerkaatsen
D
verblinden
Slide 2 - Quizvraag
wat is het tegenovergestelde van kunstmatig
A
gemaakt door mensen
B
natuurlijk
C
onnatuurlijk
D
energiezuinig
Slide 3 - Quizvraag
een gekleurd puntje op een beeldscherm noem je
A
de lichtbron
B
de laserstraal
C
de fitting
D
de pixel
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent dimmen?
A
iets wat zich voordoet
B
communiceren met licht
C
minder fel laten schijnen
D
er een bundel van maken
Slide 5 - Quizvraag
wat is geen voorbeeld van natuurlijk?
A
het licht van de bliksem
B
een verschijnsel
C
iets kunstmatigs
D
neonlicht
Slide 6 - Quizvraag
wat betekent de uitdrukking;
er ging een lichtje bij mij op
er ging een lichtje bij mij op
A
ik mag iemand niet
B
ik vraag even om informatie
C
nu wordt het mij duidelijk
D
oeps, ik ben betrapt
Slide 7 - Quizvraag
een ander woord voor verscheidenheid is.
A
het principe
B
het prisma
C
de variëteit
D
de fitting
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de eenheid?
A
een maat om mee te meten of tellen.
B
gekleurd licht voor reclame
C
licht van bliksem of flits
D
een sein van licht voor hulp.
Slide 9 - Quizvraag
wat is de energie?
A
de tijd dat is meegaat.
B
de kracht die omgezet kan worden in licht, warmte of beweging.
C
de manier waarop iet werkt of in elkaar zit.
D
een herkenningsteken op het water of land.
Slide 10 - Quizvraag
iets wat zich voordoet, zoals bliksem, heet
A
de variëteit
B
de lichtkracht
C
het baken
D
het verschijnsel.
Slide 11 - Quizvraag
welk woord hoort er niet bij?
A
een zwak licht
B
het weerlicht
C
het schijnsel
D
een zacht licht
Slide 12 - Quizvraag
welk woord hoort er niet bij?
A
hol of bol voorwerp
B
de lens
C
de zonnecellen
D
de stroom
Slide 13 - Quizvraag
welk woord hoort er niet bij?
A
het baken
B
de kracht
C
de energie
D
beweging
Slide 14 - Quizvraag
welk woord hoort er niet bij?
A
sfeervol
B
driehoekig
C
het geslepen glas
D
het prisma
Slide 15 - Quizvraag
welk woord hoort er niet bij?
A
nakijken
B
verbeteren
C
weerkaatsen
D
corrigeren
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent sneuvelen ?
A
in zich opnemen
B
gezelligheid uitstralen
C
kapotgaan
D
licht terugkaatsen
