BS 4

BS 4
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

BS 4

Slide 1 - Tekstslide


 de evolutietheorie

Slide 2 - Tekstslide

Basisstof 4 de evolutietheorie

Slide 3 - Tekstslide

Vandaag

  • Absentie en HW controle
  • Uitleg BS 4
  • Aan de slag
  • Evaluatie wat hebt je geleerd

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

wat is evolutie?
de ontwikkeling van het leven op aarde, waarbij soorten ontstaan, veranderen en/of verdwijnen.

de grondlegger van de evolutie theorie is Charles Darwin

Slide 6 - Tekstslide

Charles Darwin
Charles Darwin is het meest bekend als de ontwikkelaar van de evolutietheorie. Hij ging van 1831-1836 met de boot de "Beagle" mee rond de wereld en ontdekte daar veel verschillende aanwijzingen voor de evolutietheorie. Daar schreef hij ook een boek over. Op de afbeelding zie je een jonge Darwin, in jullie boek is hij wat ouder.

Op de volgende slide zie je hoe zijn schip rond de wereld gevaren heeft!

Slide 7 - Tekstslide

Meer dan drie jaar voer het schip op zee, en de bemanning was anderhalf jaar aan land. Van 1831-1836.

Slide 8 - Tekstslide

0

Slide 9 - Video

Variate in genotypen
Zoals al genoemd in Basisstof 3, is er variatie in genotypen door geslachtelijke voortplanting, dit zie je terug in de verschillende soorten vinken die zijn ontstaan, maar ook de verschillende uiterlijkheden in de mensensoort enz, zie afbeelding. De vinken die goed voedsel konden vinden,  overleefden beter en hebben weer jongen kunnen krijgen, die ook weer beter konden overleven: natuurlijke selectie. In de volgende slide gaan we daar op verder.

Slide 10 - Tekstslide

variatie in genotype

Slide 11 - Tekstslide

darwin vinken
tijdens de reis van Darwin op de the beagle kwam hij op de Galapagoseilanden.

Op deze eilanden vond hij vinken die allemaal wel op elkaar leken maar toch net iets anders waren. 

Elk eiland had een andere voedselbron voor de vinken. De vinken hadden zich aangepast met hun snavel op de voedselbron

Slide 12 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
In een gebied leven muizen met verschillende vachtkleuren.

Slide 13 - Tekstslide

In datzelfde gebied leven ook roofvogels. Muizen met een grijze vachtkleur zijn beter gecamoufleerd dan muizen met een bruine vacht, zij zijn beter aangepast aan het milieu. Omdat de bruine muizen meer opvallen, zullen deze meer gegeten worden door de roofvogels.

Slide 14 - Tekstslide

Er overleven minder bruine muizen, die dus minder voortplanten. De grijze muizen overleven en krijgen kinderen.
zij hebben de grootste overlevingskans

Slide 15 - Tekstslide

natuurlijke selectie?!
bij natuurlijke selectie blijft alleen de sterke leven.

Het betreft hier om overlevingskans.

het organisme met de meeste overlevingskans zal zich meer voortplanten. soorten die zich niet aangepast hebben aan de omgeving komen te overlijden.  

Slide 16 - Tekstslide

nieuwe soorten
ook beide vormen kunnen soms samen overleven denk aan honden. 

organismen behoren tot een soort als ze samen vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen.

soorten die onderling verschillende vormen hebben noem je rassen

Slide 17 - Tekstslide

Isolatie
Ook kunnen soorten gescheiden raken door ijvoorbeeld door het ontstaan van bergen, ijs, een woestijn of een zee. Dit heet isolatie. De twee vormen gaan dan steeds meer van elkaar verschillen. Na lange tijd ontstaan twee verschillende soorten. Zie de ijsbeer, Freek Vonk vertelde er al over.

Slide 18 - Tekstslide

Ontstaan van nieuwe soorten

Als milieuomstandigheden veranderen, moet een soort zich aanpassen

eis: De groepen moeten geisoleerd raken

Slide 19 - Tekstslide