In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 400 min
Onderdelen in deze les
Oefenen par 1 t/m 3
Vandaag
- Wat weten jullie nog?
- Maak een overzicht (samenvatting)
- Oefentoets
- Afsluiting
Les 1
Slide 1 - Tekstslide
Globalisering is ...
A
Het proces waarbij alle gebieden op de wereld steeds meer met elkaar verbonden worden.
B
Het geld dat alle inwoners van een land in een jaar samen verdienen.
C
Het maken van goederen met behulp van machines in een fabriek
D
Alle bedrijven die zich bezighouden met het verlenen van diensten.
Slide 2 - Quizvraag
Sleep de drie dimensies van globalisering hiernaar toe!
Culturele dimensie
Economische dimensie
Fysische dimensie
Politieke dimensie
Sociale dimensie
Slide 3 - Sleepvraag
De kleur groen laat zien dat het aantal Nederlandse toeristen met een hotelovernachting tussen 2013 en 2016:
Ongeveer gelijk is gebleven / is toegenomen
Wat klopt?
A
Ongeveer gelijk is gebleven
B
is toegenomen
Slide 4 - Quizvraag
De kleur groen/blauw laat in dezelfde periode het proces van globalisering zien
A
Groen
B
Blauw
Slide 5 - Quizvraag
Kies de best passende dimensie. In het aanpakken van drugshandel werkt de Nederlandse recherche samen met recherche in het buitenland.
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 6 - Quizvraag
Kies de best passende dimensie. Steeds meer Chinese studenten komen in Nederland studeren.
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 7 - Quizvraag
Kies de best passende dimensie. China levert veel producten aan westerse landen
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 8 - Quizvraag
Kies de best passende dimensie. De EU heeft onder andere tot doel vrede in Europa te behouden door veel samen te werken.
A
Cultureel
B
Economisch
C
Politiek
Slide 9 - Quizvraag
Nederland exporteert veel goederen en diensten naar het buitenland. De buitenlandse handel is de afgelopen decennia sterk toegenomen. De groei in de export van de landbouw is opvallend.
Wat zijn twee belangrijke oorzaken? Kies uit het rijtje in de afbeelding
Slide 10 - Open vraag
Bekijk de bron.
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1. Er zijn meer telefoonabonnementen dan er mensen op de wereld zijn.
2. Deze tabel laat zien dat mensen en bedrijven in de periferie over dezelfde informatie kunnen beschikken als mensen en bedrijven in het centrum.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
beide juist
D
geen van beide
Slide 11 - Quizvraag
Bekijk de bron.
Welke ontwikkeling die je in de bron ziet, versterkt de globalisering?
A
mechanisering
B
ontwikkeling van transporttechniek
C
schaalvergroting
D
technologische ontwikkeling
Slide 12 - Quizvraag
Gaan de zinnen over relatieve of over absolute afstand? Op een belangrijke verbindingsroute door de Alpen wordt een tunnel aangelegd waardoor de reistijd korter wordt.
A
absolute afstand
B
relatieve afstand
Slide 13 - Quizvraag
Gaan de zinnen over relatieve of over absolute afstand? De afstand tussen Amsterdam en Parijs is 430 km.
A
absolute afstand
B
relatieve afstand
Slide 14 - Quizvraag
Zet de woorden op de juiste plek
Door................................ kunnen onderdelen van producten uit verschillende landen worden gehaald. Hierdoor ontstaat..................................: ieder land produceert waar het goed in is.
Zo ontstaat
Globalisering
Internationale arbeidsverdeling
Internationale specialisatie
Slide 15 - Sleepvraag
Wat zijn twee voorbeelden van internationale arbeidsverdeling?
Slide 16 - Sleepvraag
President Trump van de VS wil importheffingen op staal uit Europa. De EU reageert met een dreiging met heffingen op producten uit de VS.
Waar is dit een voorbeeld van?
A
globalisering
B
internationale arbeidsverdeling
C
isolationisme
D
protectionisme
Slide 17 - Quizvraag
Welk begrip pas het beste bij de afbeelding?
A
Comparatieve voordelen
B
Internationale arbeidsverdeling
C
Protectionisme
D
Schaalvergroting
Slide 18 - Quizvraag
Het Chinese Shantou heeft zich gespecialiseerd in de productie van speelgoed. Maar liefst 80 tot 90% van al het speelgoed op de wereld wordt hier geproduceerd. Dit is een voorbeeld van
A
comparatieve voordelen
B
schaalvoordelen
Slide 19 - Quizvraag
Zijn de uitspraken juist of onjuist?
1 Wereldsteden ontstaan uit grote steden met een gunstig vestigingsklimaat voor hoofdkantoren van bedrijven.
2 Een stad met een aantrekkelijk vestigingsklimaat trekt naast bedrijven ook hoog opgeleid personeel aan.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
beide juist
D
geen van beide
Slide 20 - Quizvraag
Bekijk de bron.
Welke uitspraak past bij dit staafdiagram?
1. Voor handelsland Nederland is de NAVO heel belangrijk.
2. Voor handelsland Nederland is de EU heel belangrijk.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
beide juist
D
geen van beide
Slide 21 - Quizvraag
Bekijk de bron.
Welke uitspraak past bij dit staafdiagram? 1. Open grenzen zijn heel belangrijk voor de export van Nederland. 2. Globalisering is heel belangrijk voor de export van Nederland.
A
1 is juist
B
2 is juist
C
beide juist
D
geen van beide
Slide 22 - Quizvraag
Tijdens de eurocrisis werden schulden van een aantal landen binnen de EU deels kwijtgescholden.
Welk voordeel van de EU hadden de Europese leiders voor ogen toen ze dat deden?
A
De EU zorgt voor vrede en stabiliteit
B
Door meer communicatie leer je andere culturen kennen
C
Je kunt als EUU-burger in ieder ander EU-land studeren of werken
D
Met 28 landen kun je in de wereld meer macht uitoefenen dan alleen
Slide 23 - Quizvraag
Door welke 2 zaken neemt de druk op het milieu toe en dreigt de draagkracht van de aarde te worden overschreden?
Slide 24 - Open vraag
Paragraaf 4.3: Globalisering: een goede zaak?
Economische voordelen
Economische nadelen
Voordelen voor gezondheid en milieu
Nadelen voor gezondheid en milieu
Slide 25 - Tekstslide
Economische voordelen
Totale productie in de wereld groter geworden
BBP van veel landen hoger
Meer toegang tot producten en diensten
Focus op producten en diensten die bedrijven het best of goedkoopst kunnen leveren
Kosten per producteenheid dalen --> lagere prijzen voor de consument
Slide 26 - Tekstslide
Economische nadelen
Regionale ongelijkheid
Perifere landen kunnen niet concurreren met goedkope producten uit het buitenland
Perifere landen hebben niet de kennis en het geld om industrieën op te zetten die net zo efficient produceren als multinationals
--> export landbouwproducten en grondstoffen
Slide 27 - Tekstslide
Ruilvoetverslechtering
Verslechtering van de verhouding tussen de waarde van exportproducten en de waarde van importproducten van een land.
Slide 28 - Tekstslide
Voordelen voor gezondheid en milieu
Bedrijven kunnen investeren in onderzoek
Farmaceutische bedrijven maken winst in rijke landen, waardoor ze in arme landen medicijnen goedkoper kunnen maken
Ontwikkeling duurzame producten --> zonnepanelen goedkoper dan eerst
Bewustheid van wederzijdse afhankelijkheid
Slide 29 - Tekstslide
Nadelen voor gezondheid en milieu
Verbruik van energie (fossiele brandstoffen)
Aandacht voor milieu beperkt --> vervuiling
Meer mensen kunnen een gemotoriseerd voertuig veroorloven --> luchtvervuiling