Engels, Unit 4 Les 4.4 deel a

4.4 Media 
we werken online
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 1

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

4.4 Media 
we werken online

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen vorige keer
-   Stukje tekst vertalen
- Je kent de woordjes op blz 154
- je kunt mijn, jouw, zijn, onze etc vertalen naar het Engels
 

 


Slide 2 - Tekstslide

I
You
He
She
It
We
They
Our
Her
Its
My
Their
His
Your

Slide 3 - Sleepvraag

This is .........(zijn) book.
Sally and Eva are twins, ............... (hen) birthday is on August 22nd.
These are .............. (mijn) parents.
Modern family is ......... (haar) favorite show.
my
your
his
her
its
our
their

Slide 4 - Sleepvraag

________ you like pizza?

A
Do
B
Does

Slide 5 - Quizvraag

_________ she play tennis?
A
Do
B
Does

Slide 6 - Quizvraag

Wat hoort bij wat?
DO
DOES
Mr. Smith
My dog
My friend and I
it
they
Dean and John
we
she
Kate
I
you
he

Slide 7 - Sleepvraag

Timmy
every Saturday.
They never
with oil.
That tree
very fast.
I always
chocolate ice cream.
Those boys
in class very often.
cook
grows
dances
shout
choose
chooses
shouts
grow

Slide 8 - Sleepvraag

leerdoelen vandaag keer
-   Stukje tekst vertalen
- Je kent de woordjes en zinnen
- Je kunt het werkwoord zijn (to be) in de tegenwoordige tijd gebruiken
 

 


Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Maak een vragende zin met de past simple to be.
(to be) _______ you tired?
(to be) _____ she tired?

Slide 14 - Open vraag

She..... to be

Slide 15 - Open vraag


I.........happy to be here.(to be)
timer
0:20

Slide 16 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be':
they ...... (to be) very helpful.

Slide 17 - Open vraag

Maak de ontkenning met 'to be':
She ...... (to be) happy.

Slide 18 - Open vraag

Wat is de tegenwoordige tijd van "to be"?
A
was/were
B
am/is/are

Slide 19 - Quizvraag

to be
to have
have
is
has
am
are

Slide 20 - Sleepvraag

To be (zijn)
I ...
He/She/It ...
You/We/They ...
Am
Is
Are

Slide 21 - Sleepvraag

To be (zijn)
I ...
He/She/It ...
You/We/They ...
Am
Is
Are

Slide 22 - Sleepvraag

I
You
He
She
It
We
You 
They
Het werkwoord 'to be' 
am
is
are
are
are
are
is
is

Slide 23 - Sleepvraag

Aan de slag
Maken opdrachten 
Fastforward
1 tm 6
  
Online 

timer
15:00

Slide 24 - Tekstslide