Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
4GTB
1 / 50
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4
In deze les zitten
50 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Kennismaken
Regels en afspraken
Jaarplanning
Periode planning
Aan de slag
Slide 2 - Tekstslide
Kennismaken
Slide 3 - Tekstslide
- Lesboek
- Agenda
- Schrift
- Etui (pennen en potloden)
- Leesboek
Wie heeft er nog geen boek?
Slide 4 - Tekstslide
- Wil je iets zeggen, steek je je hand op
- Je mag niet naar de WC tijdens de les (tenzij je een pasje hebt)
- Je blijft op je plek tot de zoemer gaat.
Slide 5 - Tekstslide
Jaarplanning
3 periodes
Periode toetsen
Spreekbeurt
Kijk-luistertoetsen
Taalverzorging
Slide 6 - Tekstslide
Periode 1
Taalverzorging weging 1 x
Kijk- luistertoets weging 1 x
Periodetoets (lezen en schrijven) 3 x
DIGITAAL
Periodetoets mag herkanst worden
Slide 7 - Tekstslide
Ik kan uitleggen waarom ik spelling moet oefenen.
Ik weet wanneer ik een hoofdletter moet gebruiken en wanneer niet.
Slide 8 - Tekstslide
Taalverzorging periode 1
Slide 9 - Tekstslide
Taalverzorging periode 1
Hoofdstuk 1 Hoofdletters en leestekens
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdletter
geen hoofdletter
antwerpen
boterbloem
buitenlands
coolcat
herfst
juni
newcastle
noorderlijk
olifant
pasen
renault
russische
tessa
west - friesland
zondag
zuidoosten
Slide 11 - Sleepvraag
Hoe schrijf je:
januari
A
Januari
B
januari
Slide 12 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
loes van loo
A
Loes van Loo
B
Loes Van loo .
Slide 13 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
's hertogenbosch
A
'S hertogenbosch.
B
's Hertogenbosch.
Slide 14 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
ik ga met kerstmis naar groot- brittannië
A
Ik ga met Kerstmis naar Groot- Brittannië.
B
Ik ga met kerstmis naar groot- Brittannië.
C
D
Slide 15 - Quizvraag
Hoe schrijf je:
op dinsdag gaan we naar de maas
A
Op dinsdag gaan we naar de Maas.
B
Op Dinsdag gaan we naar De Maas.
Slide 16 - Quizvraag
Geen hoofdletters
Bij namen van dagen (maandag, dinsdag, woensdag, etc.)
Bij namen van maanden (januari, februari, maart, etc.)
Bij namen van seizoenen (herfst, lente, winter, zomer)
Bij namen van windstreken (oost, west, zuid, noordwest, etc.)
Slide 17 - Tekstslide
Regel 1: begin van een zin
Aan het begin van een zin:
J
e begint een zin met een hoofdletter.
Als de zin met een afgekort woord begint, verschuift de hoofdletter naar het tweede woord:
's
O
chtends sta ik vroeg op.
't
W
as vanochtend wel erg koud.
Slide 18 - Tekstslide
Regel 2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen
geen
hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 19 - Tekstslide
Regel 2: namen van personen
Wanneer er voor het tussenvoegsel
geen
voornaam of voorletter wordt genoemd, krijgt het tussenvoegsel
wel
een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 20 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
meneer Jansen
B
Meneer Jansen
C
meneer jansen
Slide 21 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Lisa de Vries - de Groot
B
Lisa De Vries - De Groot
Slide 22 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
't Is niks voor mij.
B
'T is niks voor mij.
Slide 23 - Quizvraag
Regel 3: organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 24 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
Fransman
Limburgs dialect
Slide 25 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je
geen
hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je
wel
een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Slide 26 - Tekstslide
Regel 4: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 27 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Westelijke zeestroom
B
westelijke zeestroom
Slide 28 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
amstellaan
B
Amstellaan
Slide 29 - Quizvraag
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Historische gebeurtenissen en feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Koude Oorlog
Vaderdag
Maar bij samenstellingen met feestdagen schrijf je
geen
hoofdletter:
vaderdagontbijt
Slide 30 - Tekstslide
Regel 5: historische gebeurtenissen en kalendergebruiken
Seizoenen, maanden en gewone dagen krijgen
geen
hoofdletter.
zaterdag
januari
Ook een historische periode krijgt
geen
hoofdletter.
renaissance
prehistorie
Slide 31 - Tekstslide
Regel 6: religieuze en culturele begrippen
Heilige begrippen wel een hoofdletter.
God
Bijbel
Godsdiensten en culturele stromingen en woorden die daarvan zijn afgeleid krijgen
geen
hoofdletter.
jodendom
humanisme
jood
God
Bijbel
Slide 32 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Allah
B
allah
Slide 33 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
boeddhisme
B
Boeddhisme
Slide 34 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Het is Herfst
B
Het is herfst.
Slide 35 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
kerstbal
B
Kerstbal
Slide 36 - Quizvraag
2: namen van personen
Je schrijft een hoofdletter bij voor- en achternamen, doopnamen en voorletters:
Elisabeth Sarah Jansen
Aanspreektitels (mevr.) en tussenvoegsels (van der) krijgen
geen
hoofdletter.
fam. Berkmans
Bert van den Brink
Slide 37 - Tekstslide
2: namen van personen
Is er
geen
voornaam of voorletter, dan krijgt het tussenvoegsel
wel
een hoofdletter.
meneer De Vries
Bij een tweede achternaam krijgt het tussenvoegsel geen hoofdletter.
mevrouw Van de Ven - de Vries
Slide 38 - Tekstslide
3: namen van organisaties, merken, producten
Organisaties, merken en producten krijgen een hoofdletter.
Apple
Verenigde Naties
Soms gebruiken bedrijven de hoofdletters afwijkend, je neemt dit dan over.
iPhone
Slide 39 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
Wil jij een pepsi max?
B
Wil jij een Pepsi Max?
C
Wil jij een Pepsi max?
Slide 40 - Quizvraag
3: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij aardrijkskundige namen van landen, steden, rivieren enzovoort gebruik je een hoofdletter.
Eindhoven
Amerikaanse president
Ook bij volken, talen of dialecten gebruik je een hoofdletter.
De Franse Fransman spreekt Frans
Limburgs dialect
Slide 41 - Tekstslide
3: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Bij een windstreek gebruik je
geen
hoofdletter.
Er komt vandaag een noordelijke wind.
Als de windstreek onderdeel is van een naam, gebruik je
wel
een hoofdletter.
Noordelijke IJszee
Slide 42 - Tekstslide
3: aardrijkskundige namen, volken, talen, windstreken
Als je met de windstreek een cultureel, economisch of politiek gebied bedoelt, schrijf je een hoofdletter.
In het Nabije Oosten is de situatie erg gespannen.
Arme landen krijgen steun van het Westen.
Slide 43 - Tekstslide
Wat is goed geschreven?
A
noord-brabant
B
Noord-brabant
C
Noord-Brabant
D
noord-Brabant
Slide 44 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Met ananas erop is het geen Italiaanse pizza!
B
Met ananas erop is het geen italiaanse pizza!
Slide 45 - Quizvraag
Wat is goed geschreven?
A
Woon jij aan de amstellaan?
B
Woon jij aan de Amstellaan?
Slide 46 - Quizvraag
Zelfstandig werken
Opdracht 3 onderstreep elk woord wat met een hoofdletter geschreven moet worden.
Opdracht 5 onderstreep elk woord wat met een hoofdletter geschreven moet worden.
Klaar = zoek in je boek naar de regels over komma's
timer
5:00
Slide 47 - Tekstslide
Wanneer gebruik je een komma?
Blz. 207
Tussen de delen van een opsomming
Na een naam of uitroep aan het begin van de zin
In een samengestelde zin
Leg uit:
Ik houd van honden eten en zwemmen.
Slide 48 - Tekstslide
Wanneer gebruik je een komma?
Blz. 207
Tussen de delen van een opsomming
Na een naam of uitroep aan het begin van de zin
In een samengestelde zin
Huiswerk:
blz. 31 Opdracht 2, 3 en 5 : zet komma's in de zinnen
Slide 49 - Tekstslide
Wat vond je van de les?
Wat moet er anders?
Slide 50 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
Hoofdletters en punten
Augustus 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Praktijkonderwijs
Leerjaar 3
Hoofdletters les 1
September 2023
- Les met
18 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters
September 2024
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Les 23 Oefenen Hoofdletters
September 2023
- Les met
24 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Hoofdletters les 1
Oktober 2023
- Les met
17 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters
15 dagen geleden
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Hoofdletters
Maart 2024
- Les met
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 1
Les 3: Hoofdletters
September 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2