Aan het eind van de les kan je de politieke stromingen in Nederland beschrijven en kan je beschrijven hoe het districtenstelsel en het stelsel van evenredige vertegenwoordiging werken
Slide 3 - Tekstslide
Confessionelen
Protestanten en katholieken
Bestuur volgens de ideeën van het christendom
Slide 4 - Tekstslide
Confessionelen
Partijen:
ARP: anti revolutionaire partij (protestants)
KVP: katholieke volkspartij (katholiek)
Slide 5 - Tekstslide
Socialisten
Arme arbeiders
Slide 6 - Tekstslide
Socialisten
Partij
SDAP: Sociaal democratische arbeiderspartij
CPN: communistische partij Nederland (extreme vorm van socialisme)
Slide 7 - Tekstslide
Liberalen
Vooral rijke mensen
Slide 8 - Tekstslide
Liberalen
Liberale Unie
Wilden zich niet organiseren in partijen, wegblijven van de verzuiling
Slide 9 - Tekstslide
Verkiezingen voor
de Tweede Kamer
Tot 1918 ging dit via het districtenstelsel
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Voordelen van het districtenstelsel
Kandidaten persoonlijk bekend bij kiezers
Kandidaten kennen het gebied, de bevolking en de problemen
Vergroten politieke interesse
Slide 17 - Tekstslide
Nadelen van het districtenstelsel
The winner takes it all: uitgebrachte stemmen op verliezers tellen niet meer mee
Alleen de lokale kandidaat is bekend, kandidaten uit andere gebieden niet
Kleine partijen maken vaak weinig kans
Slide 18 - Tekstslide
Verkiezingen voor
de Tweede Kamer
Vanaf 1918 gaat dit via het systeem van
evenredige vertegenwoordiging
Slide 19 - Tekstslide
Voordelen van evenredige vertegenwoordiging
Alle (geldige) stemmen tellen
Ook kleine partijen hebben meer kans
Meer kleine partijen, meer overleg nodig: grote partijen kunnen dus soms niet zonder kleine partijen
Slide 20 - Tekstslide
Nadelen van evenredige vertegenwoordiging
Vaak alleen nummer 1 van de lijst (de lijsttreker) is bekend
Vaak veel kandidaten uit de Randstad. Mensen in de provincie voelen zich niet serieus genomen