Weihnachten

                    Weihnachten


  Kerst                          
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

                    Weihnachten


  Kerst                          

Slide 1 - Tekstslide



Lebkuchen(herzen)!

Slide 2 - Tekstslide

15

Slide 3 - Video

01:47
Welke 2 namen worden ook gebruikt voor ‘Lebkuchen’?
A
Pfefferkuchen / Gewürzkuchen
B
Gewürzkuchen / Mandelkuchen
C
Mandelkuchen / Pfefferkuchen

Slide 4 - Quizvraag

03:23
Hoe groot moeten de printen zijn?
A
10 x 5 cm
B
8 x 4 cm
C
8 x 3 cm

Slide 5 - Quizvraag

03:41
In hoeveel landen worden de Printen geëxporteerd?
A
6
B
16
C
60
D
160

Slide 6 - Quizvraag

05:32
Hoe worden de Lebkuchen gemaakt?
A
machinaal
B
met de hand

Slide 7 - Quizvraag

05:32
Hoeveel machines worden gebruikt voor het maken van Lebkuchen?
A
1
B
2
C
3

Slide 8 - Quizvraag

07:04
Hoeveel chocola gebruikt deze Lebkuchenbakker dagelijks?
A
75 kilo
B
750 kilo
C
7,5 ton

Slide 9 - Quizvraag

07:04
Hoeveel gram weegt elke Lebkuchen?
A
50 gram
B
75 gram
C
100 gram

Slide 10 - Quizvraag

05:32
Welke grondstoffen worden genoemd?
A
marsepein / peper / suiker
B
marsepein / honing / peper
C
honing / peper / suiker

Slide 11 - Quizvraag

03:41
Wanneer waren er voor het eerst Printen met chocola?
A
1860
B
1870
C
1890

Slide 12 - Quizvraag

03:23
Waarom ligt er een kruis tussen de Printen?
A
partij is gekeurd
B
partij is goed
C
partij is slecht

Slide 13 - Quizvraag

03:23
Welke grondstoffen worden genoemd?
A
peper / nootmuskaat / suiker
B
koriander / peper / nootmuskaat
C
koriander / nootmuskaat / suiker

Slide 14 - Quizvraag

03:23
In welk deel van Duitsland eet men de meeste Lebkuchen?
A
noorden
B
westen
C
zuiden

Slide 15 - Quizvraag

01:47
Voor hoeveel dagen heeft men genoeg aan 50 ton chocola?
A
een dag
B
twee dagen
C
een week

Slide 16 - Quizvraag

01:47
Hoe worden de Aachener Printen gemaakt?
A
machinaal
B
met de hand

Slide 17 - Quizvraag

01:47
Wanneer worden de meeste Lebkuchen gegeten?
A
in de zomer
B
in de herfst
C
in de tijd rond kerst

Slide 18 - Quizvraag

Lebkuchen verzieren

Slide 19 - Tekstslide

Was brauchst du?
  • 1 Lebkuchen (Stern / Tanne / Herz)
  • Spritzbeutel (1 oder 2 pro MC)
  •  Bunte Schokolinsen (10 pro Person)
  • 1 Wiederverpakkung
  • Umhängeband

Zuckerguss

Slide 20 - Tekstslide

Zuckerguss machen
  • Zwei Schüler machen den Zuckerguss

  • Rest der Klasse liest die Zubereitung und sagt was gemacht werden muss

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide