Reflexive and Reciprocal Pronouns

Reflexive  pronouns & eachother
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Reflexive  pronouns & eachother

Slide 1 - Tekstslide

She is looking at herself.
He is talking to himself.
They are enjoying themselves.
Reflexive Pronouns.

Slide 2 - Tekstslide

Reflexive pronouns 1

Slide 3 - Tekstslide

Reflexive pronouns worden gebruikt om.....................een persoon / dier / ding
A
bezit aan te geven van
B
aan te geven hoe iets gebeurd met
C
terug te verwijzen naar
D
aan te geven dat iets in de toekomst gebeurd met

Slide 4 - Quizvraag

Reflexive pronouns
Reflexive pronouns worden gebruikt om te zeggen dat de persoon die de actie uitvoert, deze ook ondergaat.

Het onderwerp en het lijdend voorwerp zijn dezelfde persoon.
She made herself dinner.
I poured myself a drink.
We drove ourselves home.



Slide 5 - Tekstslide

Each other
each other wordt gebruikt om een wederzijdse relatie uit te drukken. 

Each other  verwijst naar het onderwerp van de zin.
They are talking to each other.
We will always love each other.
Sarah and Marvin always help each other.





Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen
Reflexive pronouns gebruik je niet na werkwoorden als wash, dress en shave, tenzij je nadruk wilt leggen op wie het doet. 
(Deze werkwoorden gaan over acties die mensen meestal voor zichzelf doen)

Reciprocal pronouns gebruik je niet na werkwoorden als hug, marry en kiss.
(Deze werkwoorden geven al aan dat de handeling van beide kanten komt. 

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
Reflexive pronouns:
Jack decided to reward himself.
I pour a cup of tea for myself every morning.

Reciprocal pronouns:
They talk to each other.
We didn't look at each other.

Slide 8 - Tekstslide


My dog hurt ______.
A
myself
B
itself
C
eachother
D
...

Slide 9 - Quizvraag


I always shave ______ on Monday.
A
myself
B
himself
C
...
D
each other

Slide 10 - Quizvraag


We blame ______ for failing the test.

A
ourselves
B
myself
C
himself
D
each other

Slide 11 - Quizvraag


My baby boy cannot look after ______ .
A
himself
B
each other
C
one another
D
herself

Slide 12 - Quizvraag


Michelle saw ______ in the mirror.
A
eachother
B
...
C
myself
D
herself

Slide 13 - Quizvraag


You ______ asked us to do it.
A
themselves
B
yourselves
C
one another
D
ourself

Slide 14 - Quizvraag

Maria and Sam gave ______ gold rings on their wedding.
A
one another
B
ourselves
C
themselves
D
each other

Slide 15 - Quizvraag


They give ______ gifts during the holidays.
A
ourselves
B
one another
C
themselves
D
myselves

Slide 16 - Quizvraag

Wat vind je nog moelijk?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Slide 19 - Link