Rekenen Blok 6 Les 14
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
6 op de 7 huizen hebben een tuinhekje.
Hoeveel tuinhekjes zijn er als er 56 huizen zijn?
Hoeveel tuinhekjes zijn er als er 56 huizen zijn?
Slide 8 - Open vraag
Op een schaal liggen appels en peren.
1 van de 3 stukken fruit is een peer.
Op de schaal liggen 27 stukken fruit.
Hoeveel peren liggen er op de schaal?
1 van de 3 stukken fruit is een peer.
Op de schaal liggen 27 stukken fruit.
Hoeveel peren liggen er op de schaal?
Slide 9 - Open vraag
In een bak met stiften zitten 72 stiften.
1 op de 8 is blauw.
Hoeveel blauwe stiften zitten er in de bak?
1 op de 8 is blauw.
Hoeveel blauwe stiften zitten er in de bak?
Slide 10 - Open vraag
4 op de 6 kinderen zitten op een sport.
Hoeveel kinderen sporten als er 36 kinderen zijn?
Hoeveel kinderen sporten als er 36 kinderen zijn?
Slide 11 - Open vraag
In een klas zitten 25 kinderen.
3 op de 5 kinderen heeft kort haar.
Hoeveel kinderen hebben kort haar?
3 op de 5 kinderen heeft kort haar.
Hoeveel kinderen hebben kort haar?
